Ook dit jaar onthullen meerdere SportAmerika MLB-redacteuren hun Hall of Fame-ballot. Zeker in 2022, wanneer er een grote groep PED-gebruikers op de lijst staan, is er voldoende ruimte voor een frisse discussie. Wil je alle genomineerden nog even op een rijtje hebben, dan kun je hier meer lezen. Net als vorig jaar gebruiken we het stembiljetformat van Ryan Thibodaux (@MrTibbs op Twitter), de onofficiële Hall of Fame-tracker van het internet.
Hoofdredacteur Jasper Roos trapt de reeks met stembiljetten af.
Ik keer dit jaar terug bij vrijwel alle mannen van vorig jaar, om verschillende redenen. Laat me beginnen met de twee meest polariserende recidivisten.
ROGER CLEMENS & BARRY BONDS
Bij mijn uitleg van vorig jaar was ik al vrij duidelijk: in mijn optiek zijn deze twee spelers van dusdanig historisch belang dat ze in de Hall of Fame thuishoren. Los van hun statistische prestaties, die later in hun carrière inderdaad door steroïdengebruik zijn verbeterd, waren dit twee mannen die de sport al voor hun dopage waren ontstegen. Jongenskamers hingen vol met hun posters; ze waren larger than life op het veld.
Later in hun carrière groeiden de twee uit tot de gezichten van het dopingprobleem in Major League Baseball. Toch begonnen beide sterren pas halverwege hun 30s (Bonds was 34 en Clemens 35) met doping. Ze hebben 10 jaar moeten wachten en hebben elk jaar hun stempercentages licht zien toenemen. Ze zijn genoeg gestraft. Get it done.
MARK BUEHRLE
Mijn jeugd draaide om een handvol White Sox-spelers die heel stilletjes tot de top van de Major League behoorden, maar daar nooit echt de credits voor gekregen hebben — voornamelijk doordat ze overvleugeld werden door het dopinggeweld om hen heen. Het was zonde dat Paul Konerko een paar jaar geleden na één jaar al van het biljet afviel door te weinig stemmen. Mark Buehrle was dat lot gelukkig niet toebedeeld, maar ik wil zijn verblijf nog een jaar redden. Vorig jaar kreeg hij 11% van de stemmen.
Het hele verhaal rondom Buehrle schreef ik vorig jaar al. Het komt voor hem dit jaar op hetzelfde neer: werpers die een no-hitter, een Perfect Game, een World Series-ring, meerdere All-Star Games, meerdere Gold Gloves en een save in de World Series hebben behaald, kun je op één vinger tellen. Het is namelijk Mark Buehrle. Als dat niet historisch significant is, dan weet ik het ook niet meer.
TODD HELTON
Er is voor mij niets veranderd sinds ik vorig jaar op Helton stemde. 17 jaar op het hoogste niveau, dan doe je ergens iets goed. Helton was een gevreesde slagman en een geliefd teamgenoot die zijn club zijn hele carrière trouw bleef. 61.8 WAR doorbreekt ook de anekdotische grens voor Hall of Famers. Na Larry Walker is het nu tijd voor Helton om de Rockies te representeren in Cooperstown.
ANDRUW JONES
We zijn een Nederlandse website, dus ik ga er vanuit dat ik niet hoef uit te leggen waarom Andruw in de Hall of Fame thuishoort. Chauvinisme terzijde, het is bij Andruw ook gewoon een kwestie van de trends in de gaten houden. In mijn ballot-verhaal van vorig jaar voorspelde ik een grote jump voor Jones. Die voorspelling bleek juist, want Andruw zag zijn stempercentage bijna verdubbelen (van 19% naar 33%). Ik zie niet in waarom die trend niet aan zou houden.
10 jaar lang bij de beste spelers in de league horen, 62.7 WAR, 10 Gold Gloves, Silver Slugger: Andruw hoort in de Hall.
JEFF KENT
Kent blijft een omstreden keuze, want er zijn ook argumenten te maken tegen zijn Hall of Fame-kandidatuur. Toch blijft voor mij bovenaan staan dat hij de beste homerun-hittende tweedehonkman in de geschiedenis is. Een MVP, Silver Sluggers, All-Star Games: you name it en Kent heeft het in de kast staan. Ik zie weinig bezwaar voor het vergeven van een Hall of Fame-plek aan Jeffrey Franklin Kent.
ALEX RODRIGUEZ
Ik zal niet liegen: bijna had ik Manny dit jaar ook gewoon op mijn lijstje laten staan ten faveure van Alex Rodriguez. Ze ontlopen elkaar qua dopingverleden niet veel — beide zijn meermaals gepakt en hebben bewezen uitzonderlijk hardleers te zijn. Puntje bij paaltje, zowel statistisch als qua prijzenkast, is A-Rod de betere speler. 117.5 WAR, meer dan 10.000 slagbeurten, bijna 700 homeruns, 2000+ runs, 2000+ RBI’s, 300+ gestolen honken: Rodriguez is niet alleen historisch significant (want laten we wel wezen, er zijn weinig spelers zo groot geweest als Rodriguez), maar ook statistisch waanzinnig.
A-Rod’s prijzenskast is indrukwekkend: 14-voudig All-Star, drievoudig MVP én MLB Player of the Year, 10-voudig Silver Slugger, twee Gold Glove Awards, een World Series-titel en een batting title.
En ja, ook hij zit onder de dopingstickers. Er gaan zelfs verhalen dat hij in high school al zo nu en dan een pilletje slikte. Toch werd hij pas in zijn 20e seizoen, in 2013, voor het eerst geschorst. Hij was toen al 37. Natuurlijk is het aannemelijk dat hij (ver) ervoor, middenin het steroïdentijdperk, al aan de dope zat. De enorme sprong in offensieve output die hij op zijn 20e doormaakte, spat echt van de pagina af en is hoogst dubieus. Toch ontbreekt het aan hard bewijs. Vooruit dan maar: steroid ballot, assemble.
SCOTT ROLEN
Rolen is één van de 10 beste derdehonkmannen in de geschiedenis van de sport. Meer hoef je toch niet te weten? Vorig jaar gooide ik er al wat statistieken tegenaan, dus ik kan het denk ik hier wel bij laten. Het is eigenlijk heel gek dat hij nog steeds best veel stemmen tekort komt.
GARY SHEFFIELD
Sheffield is eigenlijk Barry Bonds lite: zijn statistieken voor zijn dopingperiode en na zijn dopingstart zijn… vergelijkbaar. Natuurlijk heeft hij zichzelf later in zijn carrière kunstmatig verbeterd. Natuurlijk is hij een eikel, die altijd overhoop lag met de pers. Dat doet echter weinig af aan het feit dat hij een generationeel talent was. Ook voor Sheffield geldt dat hij een historisch significante speler is, al was het alleen maar vanwege zijn iconische swing die zó herkenbaar is dat zelfs een casual volger van de sport weet wie hij is.
BILLY WAGNER
Ik recycle maar weer even Wagner’s stats die ik vorig jaar ook gebruikte. In de lijst werpers met minimaal 750 innings achter hun naam, staat Wagner op:
- 422 saves (#6)
- 2.31 ERA (#2, achter Mariano Rivera)
- 187 ERA+ (#2, achter Rivera)
- 0.998 WHIP (#2, achter Addie Joss)
- 11.9 K/9 (#1)
- 33.2% strikeout rate (#1)
- .187 Batting Average Against (#1)
Klaar.
GEEN RUIMTE VOOR…
Vooraf: Ik heb hieronder meerdere spelers op de lijst staan die ik onder normale omstandigheden als Hall of Famer zie. Ik denk echter ook dat ze dit jaar kunnen overleven en dat ik volgend jaar wel op ze kan stemmen. Een aantal mannen op wie ik hierboven heb gestemd, zit behoorlijk in tijdnood en heeft mijn nietszeggende stem harder nodig. Tactisch stemmen slaat nergens op, maar de Hall werkt het in de hand.
- Bobby Abreu: Vorig jaar beloofde ik dit jaar op hem te stemmen. Niet gelukt. Ik denk dat hij het nog een jaar overleeft, dus misschien heb ik volgend jaar ruimte.
- Carl Crawford: Een paar jaar was Crawford ontzettend leuk om naar te kijken, maar hij is absoluut geen Hall of Famer.
- Prince Fielder: Ik denk dat Fielder de 5% cut-off haalt, dus dan kan ik volgend jaar wat dieper over hem nadenken. Hij was een ster, maar een ontzettend ééndimensionale. Op het oog twijfel ik nu al.
- Ryan Howard: Teveel blessures, te ééndimensionaal, teveel gaten in zijn game.
- Tim Hudson: Haalde vorig jaar 5.2% van de stemmen en ik denk dat hij er dit jaar afvalt.
- Tim Lincecum: Over een jaar gegarandeerd een stem van me, want als je het over een historisch significante speler hebt, komt Lincecum naar voren. Ik had dit jaar geen ruimte.
- Justin Morneau: Eén van de meest onzinnige MVP-winnaars ooit. Geen knock tegen hem, maar hij was het jaar dat hij de MVP won (2006) niet eens de MVP in zijn eigen team — laat staan in de hele American League. Als Paul Konerko na één jaar op de ballot er al vanaf valt, moet Morneau dat ook. Konerko’s carrière was (veel) beter.
- Joe Nathan: Alleen de aller-, allerbeste closers horen in de Hall of Fame. Nathan staat niet in dat rijtje.
- David Ortiz: Boston-bias laat hem wel een jaar overleven. Ik twijfel een beetje, omdat dat hele mythische gebeuren dat Red Sox-fans (en MLB/ESPN) altijd om hem heen hebben gehangen me een beetje tegenstaat. Wel historisch significant. Ook een potentiële doper. Volgend jaar dieper nadenken.
- Jonathan Papelbon: Zie Nathan, Joe.
- Jake Peavy: Zou leuk zijn als hij het één jaar overleeft, maar ik denk dat het lastig wordt voor Peavy. Blessures gooiden roet in het eten.
- Andy Pettitte: Eindigde vorig jaar met minder stemmen dan Mark Buehrle en dat is terecht. Vergeet niet: ook Pettitte is een bewezen doper. Buehrle deed vergelijkbare dingen, maar dan zonder dope. Ik stem voorlopig niet op deze linkshandige pitcher.
- A.J. Pierzynski: Hall of Fame verhalenverteller, met (zeker voor een catcher) een geweldige carrière, maar A.J. is geen Hall of Famer. De soft spot die ik voor hem heb is zo groot als Texas, maar de Hall in zou te ver gaan.
- Manny Ramirez: Het is krom, maar ik kan niet hem wel en A-Rod niet op de lijst zetten, als het tussen die twee gaat. Dan wordt het A-Rod. Volgend jaar weer Manny?
- Jimmy Rollins: Nah. Goede speler, hoor. Erg goede speler zelfs, maar geen Hall of Famer.
- Curt Schilling: Ik stem niet op racistische, antisemitische QAnonners, hoe goed ze ook konden pitchen. Het is geen 1920 meer: achterlijke denkbeelden mag je tegenwoordig wél gewoon afstraffen.
- Sammy Sosa: Jammer voor Sosa, maar helaas. Teveel controverse, te weinig positieve aanknopingspunten. Hij is klaar..
- Mark Teixeira: Zelfde groepje als Howard voor mij.
- Omar Vizquel: Na het in elkaar slaan van zijn vrouw, bleek hij ook tenminste één autistische bat boy seksueel te hebben misbruikt. Van de ballot ermee.
Coverfoto: Hall of Fame