NHL At The Rink: This Year In Hockey 1967-1968, nieuwe tijd met oude kampioen

Op wat contractverlengingen hier en daar na is het vrij rustig in de National Hockey League momenteel. We vonden ’t dan ook weer eens tijd om terug in de tijd te gaan en kwamen uit in 1967. Een ontzettend belangrijk jaar in de historie van deze prachtige League, want voor het eerst spreidde de NHL de vleugels uit. Decennialang maakten de Original Six de dienst uit, maar in ’67 werden de deuren geopend voor nieuwe teams. Hoe dit verliep en of ze ook daadwerkelijk kans hadden tegen de oude garde lees je in deze This Year In Hockey.

OVERIG WERELDNIEUWS

In de jaren 1967 en 1968 werd het wereldnieuw nog altijd gedomineerd door de oorlog in Vietnam. Er gebeurde echter veel meer in die jaren, want zo werd in ’67 onze huidige koning geboren. In december van 1967 werd in Kaapstad de eerste harttransplantatie uitgevoerd en een paar maanden later werd in Rotterdam de eerste metrolijn van Nederland geopend. Helaas was ’t echter het slechte nieuws dat de boventoon voerde.

De moord op Martin Luther King in april 1968 schokt de wereld. Twee maanden later volgt de volgende schok als Robert F. Kennedy een aanslag op zijn leven niet overleeft. In de sport zijn er ook doden te betreuren, want tijdens de beklimming van de Mont Ventoux laat de Brit Tommy Simpson in juli 1967 het leven. Autocoureur Jim Clark komt in april 1968 om het leven bij een race op ’t circuit van Hockenheim.

Voor Nederland was het jaar 1968 echter in positieve zin een bijzonder sportjaar. In juli van dat jaar won Jan Janssen als eerste Nederlander de Tour de France. Een prestatie die daarna alleen nog maar door Joop Zoetemelk in ’80 geleverd werd.

NHL SLAAT NIEUWE WEG IN

Voor WO II doken wel eens wat teams op tussen de bekende namen in de NHL, maar een succes was dit vrijwel nooit. Zo leden de Montreal Maroons, een club gericht op het Engelstalige deel van Montreal en Quebec, zo erg onder de grote financiële crisis in de jaren dertig dat ze de deuren moesten sluiten. De club staat echter voor altijd in de boeken als de laatste Stanley Cup-winnaar buiten de Original Six tot de Expansion in 1967. Vanaf 1942 hadden de Canadiens, Rangers, Maple Leafs, Bruins, Red Wings en Black Hawks (de toenmalige schrijfwijze) het rijk alleen.

In 1966 besloten de wijzen mannen binnen de League dat daar maar eens verandering in moest komen. De laatste jaren konden we wennen aan het idee dat er eens in de zoveel tijd één nieuw team toegevoegd werd. Bijna 60 jaar geleden pakten ze het anders aan. De NHL besloot in één klap het deelnemersveld te verdubbelen, waardoor er niet zes maar twaalf teams tot de sterkste ijshockeycompetitie ter wereld behoorden. Helemaal afscheid nemen van de Original Six wilden ze ook niet, want de zes nieuwe franchises vormden samen één divisie.

Niet te betrappen op enige originaliteit – of gezond verstand – werden de divisies Eastern en Western gedoopt. Niets mis mee, maar de nieuwe Philadelphia Flyers en Pittsburgh Penguins kwamen op deze manier in de Western Division terecht. Voor de St. Louis Blues, Oakland Seals en LA Kings was dit al minder vreemd. Ook de Minnesota North Stars zullen zich even hebben afgevraagd wat ze in het westen te zoeken hadden, maar eenmaal begonnen aan het seizoen maakten de logistieke problemen al snel plaats voor nieuwe vraagstukken. Daarover later veel meer.

JAAR VAN DE LEAFS

Het seizoen 1966-1967 was dus het laatste seizoen met alleen de Original Six. De Toronto Maple Leafs hebben de eer om voor altijd in de boeken te staan als de laatste Stanley Cup-winnaar vóór de expansion. Dat reguliere seizoen werd met harde hand geregeerd door de Black Hawks dankzij de goals van Stan Mikita en Bobby Hull, maar in de eerste ronde van de play-offs waren de Leafs in zes wedstrijden te sterk. Dat aantal hadden ze ook nodig in de Final tegen de Canadiens. Het betekende de dertiende titel voor Toronto en niemand kon op dat moment vermoeden dat het tot op heden de laatste keer was dat we de Leafs in de finale zouden zien.

Eén van de nieuwe franchises viel meteen met de neus in de boter. Op 11 oktober 1967 speelden de Pittsburgh Penguins de eerste wedstrijd in hun bestaan. Dat duel met de Montreal Canadiens ging echter vooral de boeken in als de wedstrijd waarin Jean Beliveau zijn 400e goal scoorde. Bij een 1-0 voorsprong schoot de Hall of Famer al vroeg in de tweede periode de puck tegen de touwen voor zijn milestone. Dat Montreal de wedstrijd uiteindelijk won, vond niemand verrassend. Dat ’t bij slechts 2-1 bleef, was dit misschien nog wel.

Dat was namelijk het grootste punt tijdens dat eerste seizoen na de expansion. De Original Six waren kwalitatief veel beter dan de zes nieuwe franchises. De nieuwe teams boden plek aan spelers die bij de Original Sox niet aan de bak kwamen. Diezelfde Original Six mochten elk 11 spelers van ’t roster “beschermen” voor de expansion draft, waardoor logischerwijs de betere spelers niet beschikbaar kwamen. Het was dan vervolgens aan de nieuwe teams hoe ze deze draft gingen benaderen.

MOEIZAME START

Titelverdediger Toronto begon prima aan de weg die moest leiden naar prolongatie. De Maple Leafs openden met twee wedstrijden tegen de Black Hawks en wonnen twee keer ruim. Chicago was tijdens de expansion draft onder meer goalie Glenn Hall kwijtgeraakt en goalgetter Phil Esposito was na een blockbuster trade in Boston beland. Het zou even duren voordat de Hawks het op de rit kregen dat seizoen, want ze moesten tot hun achtste wedstrijd wachten voor ze eens konden juichen. Na zes nederlagen en één gelijkspel was het tegen de North Stars eindelijk raak.

Overigens herpakten de Black Hawks zich geweldig na die stroeve start. Aan de hand van topscorer Stan Mikita, die met 40 goals en 87 punten dat jaar de Art Ross Trophy en Hart Memorial Trophy won, boekte Chicago 20 overwinningen in hun volgende 36 wedstrijden. Niet Mikita maar Bobby Hull scoorde de meeste goals. Met 44 treffers legde Hull voor de zesde keer in zijn loopbaan beslag op de topschutterstitel.

Zij zouden zich uiteindelijk als vierde in East Division plaatsen voor de play-offs. De Black Hawks besloten het reguliere seizoen met 80 punten en dat waren er 4 meer dan Toronto. Daar werd pijnlijk duidelijk dat het ene jaar het andere niet is. Voor de houder van de Stanley Cup werd het een belabberd seizoen met een hoop problemen rond contracten, een zenuwinzinking van toekomstig Hall of Famer Frank Mahovlich en wat spanningen rond coach Punch Imlach. Zij misten voor het eerst sinds 1958 de play-offs en hadden geen flauw benul dat ’t pas het eerste jaar van het lange wachten op een volgende Cup was.

STOELENDANS

Chicago begon beroerd, maar hetzelfde kunnen we zeggen over de Montreal Canadiens. Het Bleu-Blanc-Rouge had twee van de laatste drie Stanley Cups gewonnen, maar leken het startschot in 1967 te missen. Zo verloren zij onder meer van de bedroevend slechte Oakland Seals en de veel minder slechte LA Kings. Het trotse Montreal bungelde onderaan de divisie in december, maar gedragen door Beliveau en een onwaarschijnlijk goede goalie rechtten ze de rug in het nieuw jaar. Zijn 1.98 GAA geeft wel aan hoe goed Gump Worsley was voor de Canadiens op weg naar hun divisietitel.

De 38-jarige Worsley moest een jaar eerder in de SCF toekijken hoe zijn collega en generatiegenoot Terry Sawchuk met de Leafs de titel pakte. Sawchuk was één van de goede, ervaren goalies die tijdens de expansion draft de gang naar een nieuwe franchise moest maken. Hij belandde in LA en probeerde met de Kings voet aan de grond te krijgen in de NHL. Bernie Parent had in Boston al wat ervaring opgedaan, maar de jonge twintiger kwam na de expansion draft tot bloei in Philadelphia. De franchise wist in ’67 waarschijnlijk nog niet dat ze met deze jonge goalie één van de bouwstenen voor de Broadstreet Bullies van de jaren zeventig in huis hadden gehaald.

Wie in Philly ook zijn kans kreeg, was Leon Rochefort. Bij de Canadiens kwam de winger er praktisch niet aan te pas, maar in zijn eerste jaar als Flyer kwam Rochefort tot 21 goals. Lou Angotti, met 49 punten topscorer in Philly, kende een soortgelijke geschiedenis. De centre was al wat ouder, liep al wat langer mee, maar wist in voorgaande jaren nooit de 20 punten aan te tikken. Laat staan de bijna 50 waar hij nu op eindigde. Het waren ingrediënten die maakten dat de Flyers de eerste winnaar van de West Division werden. Met slechts één puntje meer dan de Kings van Sawchuk, dat dan weer wel.

KLEINE VERSCHILLEN

Daar luisterde de topscorer naar de naam Eddie Joyal en ook hij was nooit ook maar in de buurt gekomen van de 57 punten die hij in 1967-1968 op de borden zette. Het was een patroon dat vrijwel bij elke club in de West Division terug te zien was. Spelers die nu opeens de kans kregen in de NHL en die kans met beide handen aangrepen. Het gevolg was dat er aan spanning geen gebrek was in die nieuwe divisie. De Flyers sloten af als koploper, maar hadden na 74 wedstrijden slechts 4 punten meer dan de North Stars, die als vierde eindigden. Pittsburgh kwam 2 punten tekort en alleen de Oakland Seals (47 punten) vielen vreselijk uit de toon.

De North Stars haalden dus ternauwernood de play-offs, maar dat ze dat überhaupt konden opbrengen was al een prestatie van formaat. Halverwege ’t seizoen werd namelijk de zwartste bladzijde geschreven die een franchise zich maar kan voorstellen. Bill Masterton – van 13 augustus 1938 – was ook één van die spelers die in de tijd van de Original Six veelvuldig naast de boot viel. In college behoorde de Canadees tot de beteren van zijn lichting, maar bij de Canadiens hadden ze simpelweg betere spelers dan Bill Masterton.

De expansion draft bood uitkomst en in het shirt van de Minnesota North Stars hoopte Masterton zijn carriere nieuw leven in te blazen. Op 11 oktober 1967 leek dit al een succes. Hij staat voor altijd in de boeken als maker van de eerste goal in de historie van de North Stars. Minnesota speelde die dag met 2-2 gelijk tegen de St. Louis Blues. Helaas is het niet die goal waardoor bijna elke NHL-volger de naam van Bill Masterton kent.

TRAGEDIE

Het was de tijd waarin veiligheid een ondergeschoven kindje was. De tijd ook waarin Bobby Hull onder meer aandacht kreeg vanwege zijn wapperende manen. Tegen die achtergrond ging het voor de onfortuinlijke Bill Masterton gruwelijk mis. Op zaterdag 13 januari speelden de North Stars een thuiswedstrijd tegen de Seals. In de aanvalszone kwam Masterton in botsing met twee spelers van de tegenpartij en ging keihard met zijn hoofd tegen het ijs. De plas bloed gaf aan dat het ernstig was en de bewusteloze Masterton werd snel naar het ziekenhuis gebracht. Daar, in het Southdale Hospital, overleed hij 30 uur later op 29-jarige leeftijd aan zijn verwondingen.

Bill Masterton, die in zijn collegejaren steevast een helm droeg, was de eerste en tot op heden de enige NHL-speler die in wedstrijdverband de dood vond. Een paar dagen na zijn overlijden kwamen de grootheden uit de league bij elkaar in Toronto. Niet om over deze vreselijke situatie te spreken, maar om een All-Star Game te spelen. Er werd wel gesproken over het dragen van helmen, maar pas jaren later werd dit ook daadwerkelijk verplicht. Aan het einde van de jaren tachtig verdwenen de laatste spelers zonder helm uit de NHL. De League besloot in ’68 wel de Bill Masterton Trophy in te voeren voor de meeste sportieve en dedicated speler. Claude Provost van de Montreal Canadiens was de eerste ontvanger.

De League was uitgebreid van zes naar twaalf teams, waardoor ook het format van de play-offs werd aangepast. Net als vroeger plaatsten de vier beste teams zich voor het postseason, maar nu dus vanuit zowel de East Division als de West Division. De clubs uit de betreffende divisie konden elkaar niet treffen voor de Stanley Cup Final, waardoor de weg naar die finale voor de Original Six moeilijker leek te worden dan de finale zelf.

POSTSEASON VAN START

De moord op Martin Luther King liet ook de NHL niet onberoerd. Vrijwel alle series in de eerste ronde werden even uitgesteld, maar eenmaal op gang werd duidelijk dat de teams uit de West Division wel heel erg aan elkaar gewaagd waren. De Flyers wonnen 7 van de 10 onderlinge duels met de St. Louis Blues, maar konden na zeven wedstrijden hun koffers pakken. Een .963 sv% van Parent kon niet voorkomen dat coach Scottie Bowman en goalie Glenn Hall de Blues naar de volgende ronde hielpen.

Minnesota had het seizoen afgesloten op de vierde plaats en stuitte in de eerste ronde op de Kings. De ploeg uit LA had ’t thuisvoordeel, wat in deze serie van doorslaggevend belang leek te zijn. Er was nauwelijks een streepje zonlicht te bekennen tussen deze teams in hun eerste kwartfinale-serie. In de best-of-7 werden de eerste zes wedstrijden gewonnen door de thuisploeg. Vier keer gebeurde dit ook nog met slechts één goal verschil. De allesbeslissende Game 7 viel dan ook volledig uit de toon. Niet alleen wonnen de bezoekende North Stars, maar ze deden dit ook nog eens met ruim verschil: 9-4. Vijf tegengoals binnen acht minuten in de tweede periode deden de Kings hier de das om.

Over spanning in de West Division niets te klagen, maar hoe zat ’t dan in de twee series tussen de Original Six? Daar leken de New York Rangers, aan de hand genomen door de goals van Rod Gilbert, zich eenvoudig te ontdoen van de Black Hawks. De Blueshirts openden met twee gewonnen thuiswedstrijden, maar daarna leek de pijp opeens leeg in NY. Chicago, waar Stan Mikita met 9 punten weer eens de grote man was, won de volgende vier wedstrijden en mocht zich opmaken voor een halve finale tegen Montreal.

SUSPENSE IN THE WEST

De ervaren Canadiens hadden in hun eerste ronde weinig moeite met de Boston Bruins. Montreal wist Phil Esposito van scoren te houden en ook het aanstormende talent Bobby Orr bleef steken op 0 goals. Hun tijd zou nog wel komen, maar daar kochten de B’s op dat moment niets voor. Zij sloten het seizoen af met een pijnlijke sweep tegen de rivaal uit Montreal, die in de halve finale overigens ook de Black Hawks een flinke draai om de oren gaf.

Jean Beliveau was met 5 goals topscorer in die serie, maar de veteraan werd op de voet gevolgd door jonge twintigers als Yvan Cournoyer en Jacques Lemaire (allebei 4 goals). Vooral in de eerste drie wedstrijden was het pijnlijk om te zien hoe eenvoudig de Habs door de defensie van Chicago sneden. Met een verschil van 17 goals tegen 5 was duidelijk wie de sterkste was en na vijf wedstrijden was deze best-of-7 ook inderdaad al gespeeld.

Hoe anders verliep de serie tussen de North Stars en Blues. Met een ongelooflijk spannende best-of-7 die wederom pas in de laatste wedstrijd beslist werd, kreeg de NHL in zekere zin gelijk wat betreft deze opzet van de play-offs. Red Berenson van de Blues baarde in ’t reguliere seizoen al opzien met 6 goals in de wedstrijd tegen de Flyers. Aan de overkant stond Mike McMahon, de meest productieve verdediger dat seizoen met 47 punten. De teams stelden niet teleur in hun halve finale. Drie van de eerste zes wedstrijden werd in OT beslist en voor Game 7 hadden de rivalen zelfs een 2OT nodig.

HABS LATEN BLUES KANSLOOS

Walt McKechnie dacht de North Stars diep in de derde periode naar de Stanley Cup Final te schieten, maar zijn late goal werd teniet gedaan door Dickie Moore. Zijn zesde van de play-offs was de belangrijkste voor de Blues-winger. Die treffer dwong verlenging af, maar aan één hadden ze niet genoeg. Met gevoel voor drama was het Ron Schock die een einde aan deze serie maakte. Het was pas zijn eerste in ’t postseason, maar direct ook de belangrijkste. De treffer ging de boeken in als de “Midnight Goal”. Deze gaf Blues-coach Scotty Bowman de kans zijn oude werkgever pijn te doen in de Stanley Cup Final.

Zij die hadden verwacht dat de Canadiens de nieuwe Blues wel even van ’t ijs zouden blazen, kwamen bedrogen uit. De ploeg die in het reguliere seizoen maar liefst 15 wedstrijden meer won dan St. Louis had OT nodig om Game 1 naar zich toe te trekken. De Blues namen twee keer een voorsprong, maar het was Lemaire die de Habs met de winst naar huis stuurde. Dit scoreverloop was tekenend voor de rest van de serie. Hoewel de Canadiens met grote overmacht regeerden op de shot clock bleven de wedstrijden spannend.

De cijfers van de goalies spraken namelijk boekdelen. Gump Worsley moest 91 keer in actie komen en had 84 keer een antwoord in deze serie. Zijn collega Glenn Hall zag maar liefst 151 schoten op zich afkomen. Hij was het dan ook die de Blues in de wedstrijden hield met Game 3 als absoluut hoogtepunt. Met 46-15 op de shot clock waren de krachtsverhoudingen overduidelijk, maar pas in OT viel de beslissing. Montreal won met 4-3 en nam zo de finale in een houdgreep. Twee dagen later wonnen de Habs ook Game 4, waardoor er al een einde kwam aan deze Stanley Cup Final. Het nieuwe tijdperk in de NHL kreeg zo een vertrouwde kampioen. Eén die in de volgende elf jaar nog zeven keer de Cup zou pakken.

VOORTBORDUREN OP ’67

Verschillende franchises hadden hun aanwezigheid al laten blijken. Het tijdperk Bobby Orr zou spoedig aanbreken. Het waren echter de Philadelphia Flyers die in ’74 als eerste “nieuweling” de Cup wonnen. De Oakland Seals verging het veel slechter. Deze franchise kreeg door wanbeleid maar geen voet aan de grond, veranderde veelvuldig van naam, verhuisde zelfs naar Cleveland en verdween uiteindelijk in 1978.

Van de eerste golf nieuwe franchises heeft inmiddels elke club een Stanley Cup in de prijzenkast staan. Uitgerekend de eerste finalist van dat groepje, St. Louis Blues, was in 2019 de laatste die deze prestatie kon afvinken.

Cover photo: Montreal Canadiens/X (Twitter)

Hans Mulder
Hans Mulder
Dankzij de Braves en de Twins gegrepen door MLB. Wat later door een simpele videogame besmet met 't ijshockeyvirus en blij dat ik hier beide liefdes mag beschrijven.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Gerelateerde artikelen