NHL At The Rink: band in Boston langzaam ontmanteld

Over zo’n anderhalve maand gaat het weer los in de NHL, maar in deze NHL At The Rink blikken we vooral terug. Niet op het vorige seizoen, maar voornamelijk op de carrieres van David Krejci en Patrice Bergeron. De Tsjech en Canadees zijn in de loop der jaren uitgegroeid tot legendes in Boston, maar besloten hun schaatsen en stick afgelopen zomer voorgoed op te bergen. Daarom is het de hoogste tijd om terug te blikken op (bijna) twee decennia succes in Beantown.

A PART OF THE BAND PLAYS ON

We beginnen deze ode met Patrice Bergeron. Niet alleen omdat hij de laatste drie seizoenen de captain was. En daarvoor al sinds 2006 alternate captain. Ook niet omdat hij de meest gedecoreerde speler van de twee is met onder meer zes keer de Selke Tropy, een Mark Messier Leadership Award en een King Clancy Memorial Trophy in de prijzenkast. Bergeron begon simpelweg drie jaar eerder in de NHL en had al ruim 150 wedstrijden op zijn naam voordat David Krejci in 2006 zijn entree maakte.

Zoals zijn naam al doet vermoeden, werd Patrice Bergeron op 24 juli 1985 geboren in het Franstalige deel van Canada. Dat de kleine Patrice al vlot op ’t ijs stond, mag dan ook geen verrassing zijn. Met de kennis van nu is het echter wel verrassend dat Bergeron pas in de vijfde ronde van de QMJHL-draft van 2001 werd gekozen. Als junior viel de centre niet direct op vanwege zijn scorend vermogen, maar hij zorgde er altijd wel voor dat hij gemiddeld tot minimaal een punt per wedstrijd kwam.

Veel tijd spendeerde Bergeron niet in de QMJHL, want al in 2003 plukten de Bruins hem op. Als 45e in de draft die geldt als één van de sterkste in de historie van de NHL. Zo werden onder meer Marc-Andre Fleury, Brent Burns, Zach Parise, Ryan Getzlaf, Corey Perry en Eric Staal gekozen in de eerste ronde. Een aantal van hen weet zelfs nu nog een heel hoog niveau aan te tikken. Al een paar maanden na die draft debuteerde Patrice Bergeron in het Walhalla van ’t ijshockey. Op 8 oktober 2003 zette hij z’n eerste stappen in de NHL. Tien dagen later, tegen de LA Kings, was daar zijn eerste goal.

DIRECT IMPACT

Zijn eerste seizoen op het hoogste niveau sloot Bergeron af met 16 goals en 39 punten in 71 wedstrijden. Onder de jonge Mike Sullivan wonnen de B’s de toenmalige Northeast Division, maar vlogen ze er in de eerste ronde van de play-offs uit tegen aartsrivaal Montreal. Bergeron scoorde een goal en gaf 3 assists in die serie, die over de volledige zeven wedstrijden ging. Wat echter vooral in t oog sprong, was zijn plus/minus rating van +5. Aanvallend uitstekend, maar verdedigend ook meer dan goed. Iets was in de loop der jaren kenmerkend werd voor de speler Patrice Bergeron.

Na zijn debuutjaar moest Bergeron vanwege de lock-out even wachten op zijn tweede seizoen in de NHL. Hoewel de Bruins in 2005-2006 teleurstelden met een vijfde plaats in de divisie was ’t voor Bergeron een prima jaar. Met 31 goals en 73 punten zette hij zich tussen de elite binnen de NHL. Definitief, zo bleek later. Op ’t WK van 2006 verzamelde de centre van Boston 14 punten. Alleen Sidney Crosby deed ’t beter met 16 punten, maar onder meer Anze Kopitar, Alex Ovechkin en Evgeni Malkin moesten met minder genoegen nemen. Het was inderdaad een sterk bezet WK…

ZOEKEN NAAR SUCCESFORMULE

De Bruins bevonden zich in die jaren in een schemergebied. Ze hadden het tijdperk Ray Borque (captain tussen 1987 en 2000) afgesloten. Helaas voor de Hall of Famer zonder Stanley Cup, al won hij die in 2001 op 40-jarige leeftijd wel met de Avalanche. Van Joe Thornton werd verwacht dat hij de franchise naar nieuwe successen ging leiden, maar halverwege ’t eerste decennium van deze eeuw werd Jumbo naar San Jose getrade. Voor beide franchises een beslissing met verregaande gevolgen. De Sharks meldden zich in de top…en gek genoeg de Bruins ook.

In Beantown legden ze de basis voor een team dat bijna twee decennia tot de elite zou behoren in de National Hockey League. Bergeron was er al. Zdeno Chara werd captain. Claude Julien werd aangesteld als coach en in de derde ronde van de draft in 2004 werd een jonge Tsjech opgepikt. David Krejci ontpopte zich bij HC Ocelari Trinec als puntenmachine, maar moest tijdens de draft nog wel geduld hebben tot de derde ronde. Hij kreeg van de Bruins alle gelegenheid (ook al vanwege een lock-out) om te wennen aan Noord-Amerika, want pas in 2006-2007 debuteerde de Tsjechische centre in de NHL.

BAND WORDT GEVORMD

Phil Kessel liep er inmiddels ook rond, een jonge Milan Lucic was al gedraft en ene Tukka Rask stond ook al op het roster. Al was op zijn positie veteraan Tim Thomas natuurlijk nog de grote man in Boston. Steentje voor steentje bouwden de B’s aan een team dat de NHL moest gaan regeren. Waar Bergeron bijna vanaf z’n debuut zijn aanwezigheid liet merken, daar had Krejci wat meer tijd nodig. In zijn eerste jaar kwam de Tsjech tot slechts 6 wedstrijden. Dat werden er al 56 in 2007-2008, maar daarna was Krejci ook daadwerkelijk vertrokken. Met de regelmaat van de klok kwam zijn puntentotaal boven de 60 uit en ontwikkelde David Krejci zich tot een zeer gewaardeerde kracht in de machine van de Bruins.

Het volgende belangrijke puzzelstukje werd gedraft in 2006. En weer niet in de eerste ronde. Ook Brad Marchand moest wachten tot de derde ronde voor hij zijn naam hoorde. Niet minder dan 70 spelers gingen hem zelfs voor. Onder wie Phil Kessel. En Jonathan Toews. Brad Marchand moest tot 2009 wachten op zijn debuut, maar was ook al snel niet meer weg te denken uit de line-up. Die line-up was vakkundig in elkaar geknutseld en in 2010-2011 stond het als een huis. Jonge spelers als Krejci, Bergeron en Marchand aangevuld met veteranen als Mark Recchi, de toen al 33-jarige Chara en later nog Tomas Kaberle.

STANLEY CUP IN BEANTOWN

Het leidde in het voorjaar van 2011 tot een gigantisch volksfeest in Boston. Bijna veertig jaar moesten de fans er op wachten, maar de Cup van Lord Stanley kwam terug naar Beantown. Voor het eerst ook na het tijdperk Bobby Orr en Phil Esposito en nog zoveel meer legendarische namen uit 1972. Het was in 2011 de Cup van Tim Thomas. Met een .940 sv% was de goalie praktisch niet te passeren. Het was echter ook de Stanley Cup van David Krejci (12 goals en 23 punten in 25 wedstrijden), Patrice Bergeron (20 punten) en Brad Marchand (19 punten). De stukjes pasten in elkaar. De puzzel van de B’s was compleet.

Claude Julien had een team samengesteld dat niet alleen talentvol was, maar ook nog eens zeer moeilijk te bespelen. De Big Bad Bruins deden hun bijnaam alle eer aan, want twee jaar na het grote succes meldden ze zich opnieuw in de Stanley Cup Final. Waar ze in 2011 de Canucks in zeven wedstrijd klopten, daar liepen de Bruins zich nu stuk op de Chicago Blackhawks. Nog zo’n team dat al puzzelend tot grote successen kwam. Chicago versloeg Boston in zes wedstrijden. Ondanks de 26 punten van Krejci, die zijn bijnaam Playoff Krech dankte aan die optredens. Niemand twijfelde er na die verloren finale echter aan dat de Bruins hun kansen nog wel zouden krijgen op een volgende Cup.

LEIDERS

Die kansen kwamen er ook zeker. Af en toe werd er een onderdeel van de motor vervangen, maar de Bruins-machine draaide vrijwel jaarlijks op volle toeren. Claude Julien werd in 2016-2017 vervangen door Bruce Cassidy. Hij bracht weer wat van de ouderwetse schwung terug die in de nadagen van Julien wat verdwenen was. En Cassidy bouwde nog altijd op spelers als Bergeron, Krejci en Marchand. Bergeron was in ’t geheel misschien wel de belangrijkste speler van allemaal. De centre zette nooit duizelingwekkende getallen qua goals of assists op het bord, maar was oh zo cruciaal voor het systeem. Niet voor niets won Bergeron zes keer de Selke voor beste defensieve aanvaller in de NHL.

Net als Bergeron werd David Krejci in Boston een zogenaamde alternate captain. Ook hij was een leider op en naast het ijs. De Tsjech was ook niet de man die constant 80 punten of meer op jaarbasis noteerde, maar Krejci wist dat het vuile werk minstens zo belangrijk was. In tegenstelling tot Patrice Bergeron is David Krejci niet overladen met individuele prijzen. De Tsjech, die in 2021 voor het eerst afzwaaide in de NHL, kreeg echter wel de waardering die hem toekwam. Niet alleen in Boston, maar in de gehele NHL. En in Tsjechië niet te vergeten.

Tijdens de laatste Winterspelen wilde Krejci uitkomen voor zijn vaderland. Dat kon niet als speler van de Bruins, dus trok de Tsjech naar Olomouc om daar indruk te maken. Na die Spelen, die niet het zo gewenste goud opleverden, trok David Krejci terug naar Boston. Voor “slechts” $ 1 miljoen aan jarsalaris hielp de centre landgenoot David Pastrnak aan een monsterlijk goed seizoen. Pasta, één van de nieuwe onderdelen binnen de motor, kwam in 2022-2023 tot 61 goals en 113 punten. Hoe belangrijk Krejci voor hem was, bleek wel uit het gegeven dat Pastrnak hem zijn grote broer noemde.

EINDE VAN EEN TIJDPERK

In 2021 zei hij de NHL al eens vaarwel, maar twee jaar later doet Krejci dat definitief. Hij is inmiddels 37, maar met 16 goals en 40 assists konden we niet zeggen dat de sleet er bij hem op zat. Krejci bracht in totaal 16 seizoenen door in de NHL en altijd bleef hij zijn Bruins trouw. De Tsjech speelde 1032 wedstrijden, scoorde 231 goals en verzamelde in totaal 786 punten. Daarmee moet hij slechts vier landgenoten voor zich dulden. Dat Jaromir Jagr daarvan de beste is, zal niemand verbazen. De beste Tsjechische ijshockeyer aller tijden speelde 1733 wedstrijden in de NHL en kwam tot een geweldig totaal van 1921 punten.

Ook bij Bergeron waren er al eerder twijfels of hij z’n carriere wel een vervolg moest geven. Vorig jaar tekende hij desondanks nog bij, maar nu staat er echt een punt achter. De nu 38-jarige Canadees kan terugblikken op een meer dan indrukwekkende loopbaan. Hij verdedigde 19 seizoenen de kleuren van de Bruins, zijn enige club in de NHL. In 1294 wedstrijden scoorde de drievoudig All-Star 427 goals en kwam hij tot een totaal van 1040 punten. Op de all-time topscorerslijst bezet Bergeron daarmee de 79e plaats. Ongetwijfeld zal hij in de (nabije) toekomst een plekje krijgen in de Hall of Fame.

TOEKOMST IN BOSTON

De Bruins raakten in de loop der jaren Chara al kwijt, verloren Tim Thomas én diens natuurlijke opvolger Tukka Rask, maar nu verliezen ze in één klap twee van de betere two-way forwards in de league. Het is een groot gemis voor de franchise, maar wel één die onvermijdelijk is. Net als bijvoorbeeld de Blackhawks en Sharks kenden de B’s bijna twintig jaar lang veel succes, maar dat komt ook met een prijs. Hoge draft picks gaan dan voor langere tijd aan je neus voorbij, waardoor de spreekwoordelijke magere jaren een bijna logisch gevolg zijn.  

Met Pastrnak, Marchand, McAvoy, DeBrusk, Ullmark en Swayman loopt er nog genoeg talent rond in Beantown. Het is bijna niet te doen om spelers als Bergeron of Krejci 1-op-1 te vervangen, maar met Pavel Zacha en Charlie Coyle gaan ze toch een poging wagen. De 26-jarige Zacha was vorig seizoen, zijn eerste in Boston, goed voor 21 goals en voor hem zal nu een grotere rol weggelegd zijn. Daarnaast kunnen ze hopen op de productie van een James van Riemsdyk.

Het zal allemaal een tandje minder zijn, maar zelfs zonder twee van de belangrijkste bandleden zullen de Bruins nog een rol van betekenis spelen. Of ze nog een serieuze kandidaat voor de Cup zijn, is dan weer zeer de vraag.

ANDERE PENSIONADO’S

  • Darren Helm (loopbaan van 2008-2023, Cup met Red Wings (2008) en Avalanche (2022)
  • Michael Stone (loopbaan van 2012-2023)
  • Patric Hornqvist (loopbaan tussen 2009-2023, 2x Cup met Penguins (2016, 2017)
  • Thomas Greiss (loopbaan tussen 2008-2023, Jennings Trophy in 2019 voor laagste GAA)

Cover photo: Chris O’Meara/AP Photo

Hans Mulder
Hans Mulder
Dankzij de Braves en de Twins gegrepen door MLB. Wat later door een simpele videogame besmet met 't ijshockeyvirus en blij dat ik hier beide liefdes mag beschrijven.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Gerelateerde artikelen