NHL At The Rink: De Amerikaanse transformatie van lelijk eendje naar talentenfabriek

Vanaf het seizoen 2022 – 2023 introduceert SportAmerika een nieuwe, vaste rubriek op woensdag: NHL At The Rink. Roemrijke jaargangen, prospects, Farm reports en nog veel meer onderwerpen zullen de revue uitgebreid passeren. Vorige week was het de beurt aan ’Dutchie’ nummer twee Matt Murray. Vandaag zoomen we in op de transformatie van het Amerikaanse ijshockey. Waar Duitsland haar eigen invulling geeft aan de hervorming van de jeugdopleiding, riep USA Hockey in 1996 het United States National Team Development Program in het leven. En dat heeft ze geen windeieren gelegd.

Het United States National Team Development Program is vandaag de dag reeds 26 jaar actief en je hoeft geen doorgewinterde ijshockeyfan te zijn om de opgebouwde reputatie op waarde te schatten. In de afgelopen decennia produceerde het Amerikaans model diverse toppers. Onder meer Rick DiPietro, Patrick Kane, Auston Matthews, Jack Eichel, Jack Hughes, Dylan Larkin, Phil Kessel, Seth Jones, Zach Werenski, James van Riemsdyk, Erik Johnson, Charlie McAvoy, Jacob Trouba en John Gibson zijn allen afstammelingen van het USNTDP.

Bovendien domineren de Amerikanen de voorbije jaren de IIHF U17- en U18 toernooien. Met negen gouden, twee zilveren en twee bronzen medailles in de afgelopen veertien jaar, kun je wel stellen dat de uitkomst van de verandering in 1996 steeds meer en steeds beter vorm begint te krijgen. Zeker als je ook de resultaten sinds 2010 op het Hockey Canada’s WC U17 Hockey Challenge – vier gouden en twee zilveren medailles — en het WJC U20 bekijkt – drie keer goud en drie keer brons — bekijkt. Sinds 2000 is in iedere jaargang 60 tot 80% afkomstig van het USNTDP en zou zelfs nog hoger liggen, als de absolute parels niet al teveel tijd in de NHL hadden doorgebracht (tot twintig jaar).

HET DEFINITIEVE ZETJE

Het Amerikaanse ijshockey stond midden jaren ’90 op een kruispunt. Tijdens de World Cup of Hockey in 1996 verbaasden de Amerikanen in een best-of-3 het ongenaakbaar geachte Team Canada. Onder leiding van een excellerende Mike Richter, Brett Hull en Tony Amonte won Team USA voor het eerst in de geschiedenis de gouden medaille. Toch waren er de nodige hoofdzorgen bij USA Hockey. In ’96 was Boston gastheer van het U20 WJC en kwamen de ‘States’ niet verder dan een vijfde stek. Sinds de eerste editie in december 1976, kwamen de Stars and Stripes niet verder dan twee bronzen medailles en bleek het zeer teleurstellende WJC van 1996 het definitieve zetje voor de Amerikaanse bond.

USA Hockey President Walter Bush en Executive Director Dave Ogrean staken in 1995 de koppen voor het eerst bij elkaar. Het Amerikaanse ijshockey moest op de schop, onder meer omdat de resultaten ten opzichte van de noorderburen mijlenver achterbleven. In de meeting werden bovendien gerenomeerde Junior head coaches als Jeff Jackson — die later twee NCAA titels met Lake Superior State zou winnen —, Bob Mancini, Moe Mantha en Scott Monaghan toegevoegd.

BUILDING FROM SCRATCH

Inmiddels hebben diverse landen — met invloeden van het Amerikaanse model — het eigen jeugdprogramma herschreven. In 1996 was daar echter nog niets van te merken en begon USA Hockey letterlijk met een leeg A4-tje aan de herstructurering. Het was Scott Monaghan — de huidig Senior Director of Operations binnen in het USNTDP —, die het ”All-Star” idee op tafel legde: Een centralisering van het jeugdmodel, waar de beste jeugdspelers van de Verenigde Staten gezamenlijk konden bouwen aan alle facetten om het tot ijshockeyprof te schoppen.

Grootste uitdaging? Talentvolle spelers zover krijgen om een sprong in het diepe te wagen en zich bij het uit de grond gestampte USNTDP aan te sluiten.

Menig prospect gaf toentertijd “automatisch” zijn commitment aan een universiteit, om zich in de NCAA te meten in de hoogste divisie van het Amerikaanse jeugdijshockey. Bovendien lag het in de regio Minnesota gevoelig, dat de lokale academies werden “bedreigd” door het alwetende USA Hockey die de prospects voor hun voeten weg zouden kapen. Gevestigd in Ann Arbor (Michigan), was het in de eerste jaren na de oprichting roeien met de riemen die werden geboden. Op genadeloze wijze werd het USNTDP U18 in de Ontario Hockey League geregeld lijdend voorwerp in de wedstrijden tegen vooral de Canadese teams.

BULLSEYE

Toch kreeg USA Hockey al vrij snel loon naar werken. In de zomer van 1997 voegde goalie Rick DiPietro – toevalligerwijs twee weken geleden het onderwerp in onze At The Rink reeks — zich bij het USNTDP. Als één van de meest in het oog springende namen op het prestigieuze Quebec International Pee-Wee Hockey Tournament van 1994, kreeg DiPietro de eer van beste goalie van het toernooi. Bovendien eindigde de Amerikaan als tweede in de strijd om de MVP titel, op een toernooi waar in het verleden ook onder meer Mike Bossy, Wayne Gretzky, Paul Coffey, Steve Yzerman en Mario Lemieux actief waren.

Na een persoonlijk gesprek met Scott Monaghan, verbond de ‘local’ zich aan het nieuwbakken project. Onder de vleugels van de academie, ontwikkelde de sluitpost zich tot een dragende kracht en na twee jaar USTNDP en twee jaar NCAA — Boston University –, werd Di Pietro als first overall in 2000 door New York Islanders gedraft.

De definitieve bevestiging dat de ingeslagen weg een schot in de roos bleek, kwam er in Slowakije in april 2002. In een rechtstreek duel tegen topfavoriet Rusland – met Alex Ovechkin in de lineup –, wonnen de Amerikanen voor het eerst in de geschiedenis de gouden medaille op het WK U18. Met onder meer Ryan Kesler, Jimmy Howard, Mark Stuart en Zach Parise binnen de gelederen, zegevierde Team USA met 1-3. Het bleek het beginstation van de opmars. Na een vierde plaats in 2003, won het USNTDP sinds de editie van 2004 ieder jaar een medaille. Tussen 2009 en 2016 behaalden de Stars and Stripes ieder jaar de finale en werd de hegemonie pas in 2021 doorbroken (vijfde plaats).

VERDERE PROFESSIONALISERING IN 2015

De verdere professionalisering van het programma raakte wederom in een stroomversnelling in het najaar van 2014. Ontario Hockey League team Plymouth Whalers stond op de tocht voor een verhuizing en de Amerikaanse bond zag haar kans schoon. Na meerdere gesprekken met Peter Karmanos Jr. – naast Plymouth Whalers toen ook mede-eigenaar van Carolina Hurricanes – was de kogel eind november ’14 door de kerk. Het USNTDP zou per 1 januari 2015 de faciliteiten van Plymouth – die werden omgekleurd naar de huidige Flint Firebirds — overnemen en zich aan de oostkust van de Verenigde Staten vestigen.

In de zomer van 2015 werden de faciliteiten van een make-over voorzien. Met onder meer de toevoeging van een gym, een analyseteam en de introductie van een voedingsteam, kreeg het USNTDP zijn gezicht zoals het vandaag de dag zich manifesteert.

Na de jeugddynastie in het vorige decennium, werd het opleidingsinstituut ook steeds nationaler. Waar in eerste instantie de prospects vraagtekens zetten bij de organisatie, trekken de grootste talenten vandaag de dag automatisch richting Plymouth. Sinds de invoering van het programma in 1996 werden er vijf Amerikanen als first-overall opgepikt. Na Rick DiPietro (2000), kregen Erik Johnson (2006), Patrick Kane (2007), Auston Matthews (2016) en Jack Hughes (2019) diezelfde eer toebedeeld. Allen met een verleden in het USNTDP. Leuk detail: In 2007 werd James van Riemsdyk als second-overall gedraft, eveneens afkomstig van het USNTDP.

ULTIEM HOOGTEPUNT IN DE NHL ENTRY DRAFT VAN 2019

Toegegeven. De ‘Class of ‘22’ was ook om je vingers bij af te likken, maar de kroon werd gespannen in 2019. De dominantie van het USNTDP kwam tot een hoogtepunt. Met maar liefst zeventien (!) gedrafte spelers vestigde het instituut een record. In de top vijftien van de Draft waren er zeven (!) afkomstig van het USNTDP en uiteindelijk werd op vier spelers na iedereen van het roster door een NHL franchise opgepikt. Naast first-overall Jack Hughes, zijn ook Alex Turcotte, Spencer Knight, Trevor Zegras, Matt Boldy, Cam York en Cole Caufield – nog altijd recordhouder aan aantal goals binnen het USNTDP (126) — meer dan gevestigde namen.

Jack Hughes is dit seizoen uitgegroeid tot één van de grootste breakouts. De 21-jarige centre is namens New Jersey Devils met vijftien goals en negentien assists één van de smaakmakers in de NHL. De voorbije seizoenen etaleerde de Amerikaan veelvuldig zijn kunsten, maar in de huidige vorm van de Devils komt zijn potentieel echt volledig tot uiting. Zijn beloning kwam er in de vorm van een achtjarig contract, ter waarde van $64 miljoen dollar. Spencer Knight is inmiddels eerste goalie in Florida, reigt Matt Boldy de punten aaneen in Minnesota en is ‘Mister Michigan’ Trevor Zegras de grote man in Anaheim.

UP NEXT

De Verenigde Staten zijn nooit zo heel erg ‘keen’ op veranderingen. Toch is de herstructurering van het Amerikaanse ijshockey een schot in de roos gebleken. Met onder meer een interne High School en bovendien College docenten, worden de grootste Amerikaanse talenten klaargestoomd voor een gouden toekomst in de NHL en krijgen ze alle ruimte om ook op educatief vlak te groeien.

Het komende WJC begint over twee weken en ook deze jaargang herbergt het Amerikaanse roster een aantal parels. Toch kan de ploeg van head coach Rand Pecknold haar borst nat maken. Grote rivaal Canada heeft dit jaar een roster om je vingers bij af te likken. Shane Wright, Adam Fantilli, Brennan Othmann en Connor Bedard (!) zullen van de partij zijn. Houd de website in de gaten, want de previews zitten in de pijplijn. Wat de uitkomst ook moge zijn, het Amerikaanse ijshockey staat definitief (weer) op de kaart.

Coverfoto: Minas Panagiotakis

Dennis Bakker
Dennis Bakker
Honkbal en ijshockey zijn de sporten waar zijn hart sneller van gaat kloppen. Heeft na MLB 1999 en NHL 2000 op de PS1 Chicago als sportstad geadopteerd. Go White Sox, Blackhawks, Bears en Bulls! Heeft daarnaast bovengemiddelde liefde voor Colorado Rockies, Winnipeg Jets en Vancouver Canucks en schaamt zich hier niet voor!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Gerelateerde artikelen