Afgelopen nacht is Hall of Fame-werper en Cardinals-legende Bob Gibson overleden. De vlammenwerper uit de jaren ’60 en vroege jaren ’70 leed al geruime tijd aan alvleesklierkanker. Hij is de derde Hall of Famer binnen een maand om wie de honkbalwereld in rouw is gedompeld. Op 2 september overleed werper Tom Seaver en een paar dagen later stierf een ander Cardinals-icoon, Lou Brock. Gibson is 84 jaar oud geworden.
LEGENDE
Gibson was al tijdens zijn actieve carrière een levende legende. Er werd wel eens gezegd dat hij de druppel was voor Major League Baseball om in 1969 de werpersheuvel verlagen. Gibson won in het jaar ervoor 22 wedstrijden, gooide 13 shutouts, 268 strikeouts en noteerde een 1.12 ERA. Hij verdiende met dit seizoen zowel de National League MVP Award, als de National League Cy Young Award voor beste werper. Hij werd pas de tweede zwarte werper in de geschiedenis die de Cy Young won, na Don Newcombe in 1956.
Overigens maakte het verlagen van de heuvel voor Gibson geen verschil; hij won 20 wedstrijden en gooide 269 strikeouts in zijn eerste seizoen op de verlaagde heuvel.
ERELIJST
De negenvoudig All-Star won in zijn carrière 251 duels en verloor er 174. Met een ERA van 2.41, 3.117 strikeouts en een career bWAR van 89.2 bezet hij de 47e plek op de eeuwige WAR-lijst; acht posities boven Pedro Martinez en 13 boven Nolan Ryan. Qua veldspelers houdt hij onder meer Ken Griffey Jr. (nr. 56), Pete Rose (64) en Joe DiMaggio (66) achter zich. Gibson was pas de tweede pitcher in de geschiedenis die de 3.000 strikeouts passeerde, nadat Walter Johnson hem in 1923 voorging.
Gibson is tevens de enige speler in de geschiedenis die een MVP Award (1x), Cy Young Award (2x), Gold Glove Award (9x) en World Series MVP (2x) won. Het record voor meeste strikeouts in een World Series-wedstrijd staat ook nog steeds op naam van de man uit Omaha, Nebraska. In 1968 stuurde hij 17 Detroit Tigers met drie slag naar de kant.
ALL-ROUND ATLEET
Naast een geweldige werper was de voormalig college basketbal-ster en Harlem Globetrotter (!) ook een begenadigd bokser, veldspeler en slagman. Zijn negen Gold Gloves tonen al aan dat hij uitzonderlijk goed zijn positie verdedigde, maar Gibson sloeg ook 24 homeruns en stal 13 honken in zijn carrière. In 1970, op 34-jarige leeftijd, sloeg hij zelfs .303 in 109 slagbeurten voor de Cardinals. In 1965 en in 1972 sloeg hij vijf homeruns in één seizoen.
“My pitching philosophy is simple. I believe in getting the ball over the plate and not walking a lot of men.”
Bob Gibson in From Ghetto to Glory
Was Gibson naast de heuvel een echte atleet, op de heuvel was hij ongenaakbaar. Het leek er niet altijd op dat Gibson succes zou hebben in de Major League. Pas toen hij een slider en een curveball aanleerde om zijn spijkerharde fastball mee te kunnen combineren, begon zijn carrière pas echt. Gibson was toen al in zijn late-twintiger jaren.
COMPETITIEF
Naast extreem getalenteerd was Gibson ook een enorm fanatiek persoon. Hij had geen mededogen met zijn tegenstanders. Als een slagman te dicht op de plaat stond, smeet hij zonder enige probleem een bal richting schouder, rug of benen. Homerunkoning Hank Aaron zei ooit over de werper: “Ga niet te comfortabel in het slagperk staan tegen Gibson, want hij gooit je zo tegen de vlakte. Hij zou zijn grootmoeder nog op haar lichaam gooien als ze hem uit zou dagen. Staar niet naar hem, lach niet naar hem, praat niet tegen hem. Als je een homerun slaat, ren dan niet te langzaam, maar ook niet te snel over de honken. Vier je feestje niet op het veld, maar in de kleedkamer.”
Gibson was op of naast het veld dan ook niet specifiek geliefd. Hoewel hij nooit gemeen speelde, was hij zo bloedfanatiek dat hij regelmatig botste tegenstanders. Cardinals-catcher Tim McCarver noemde Gibson ooit “the most intimidating, arrogant pitcher ever to kick up dirt on a pitcher’s mound”.
SEGREGATIE EN VOOROORDELEN
Overigens waren McCarver en Gibson vrienden en wees de catcher regelmatig naar zijn sterwerper als de leider van een team waarin blanke, zwarte en latino spelers, in een tijd vol raciale segregatie, naast elkaar speelden. McCarver, zelf afkomstig uit het zwaar gesegregeerde Tennessee van de jaren ’50, noemde Gibson als grootste invloed op het veranderen van zijn vooroordelen.
Gibson’s imago als boze, intimiderende speler lijkt verergerd te zijn door de periode waarin hij speelde. “Ik speelde in een tijd vol burgerlijke onrust, een tijd van black power, brandende gebouwen, moorden en rellen op straat. Ik speelde in een land vol boze, zwarte mensen en ik werd dus vaak gezien als één van hen, zeker door mijn houding op de heuvel”.
Gibson was zich terdege bewust van die houding. In zijn autobiografie Stranger to the Game uit 1994 schreef hij: “Ik zag niet in wat aardig of vriendelijk zijn met winnen te maken had, dus ik was niet aardig op de heuvel en niet vriendelijk ernaast.”
Vriendelijk was hij dan misschien niet, maar Bob Gibson was één van de beste, meest invloedrijke werpers uit de Amerikaanse honkbalgeschiedenis.
Coverfoto: Jeff Roberson/AP Photo