Vanaf het seizoen 2022 – 2023 introduceert SportAmerika een nieuwe, vaste rubriek op woensdag: NHL At The Rink. Roemrijke jaargangen, prospects, Farm reports en nog veel meer onderwerpen zullen de revue uitgebreid passeren. Vorige week doken we in het verleden, heden en de toekomst van de Washington Capitals. Deze week kijken we weer eens door een oranje bril. Niet één, niet twee, maar liefst drie spelers staan centraal in deze uitgebreide versie van Dutchies: de familie Staal!
EEN UNIEKE FAMILIE
In deze rubriek hebben we ’t al gehad over de roots van Daniel Sprong en Matt Murray. Deze keer gaan we een stapje verder. Niet één, niet twee, maar drie spelers staan centraal in deze editie. Drie broers die samen meer dan 3000 wedstrijden in de NHL hebben gespeeld. Er is nog een vierde, maar de bijdrage van Jared aan de NHL bleef beperkt tot slechts twee wedstrijden. We richten ons in deze editie van Dutchies dus voornamelijk op de Eric, Marc en Jordan. Stuk voor stuk jongens van Staal.
Af en toe moet je zoeken naar een link met Nederland, maar bij de familie Staal is het overduidelijk. De achternaam heeft ’t als het ware al weg en toevallig is dat niet. De stamboom van de familie is diep geworteld in ons land. In ’t oosten om helemaal precies te zijn. Vanuit Drenthe vertrokken de ouders van vader Henry Staal in de jaren vijftig naar Canada. Hij trouwde in Canada met Linda, wiens roots in Overijssel liggen.
Hun afkomst wordt niet vergeten, maar Henry Staal wordt in Canada gegrepen door de nationale sport. Hij gaat ’t ijshockey volgen en toen hij eenmaal zelf een boerderij bezat, zorgde senior ervoor dat zijn zoontjes naar hartenlust konden spelen. Op hun eigen baan. Met echte doeltjes en zelfs licht voor de donkere dagen van ’t jaar. We kunnen inmiddels wel stellen dat de inspanningen van pa hebben geloond, want al zijn vier jongens schopten het tot de National Hockey League.
HOLLANDSE KOST
Ruim 15 jaar geleden kregen in een interview ook de grootouders van de broertjes de credits. Henry kreeg tijdens de zomer hulp van zijn kroost op de boerderij en ’s winters mochten de jongens dus hun gang gaan op de door pa gebouwde baan. Wat niet van seizoenen afhankelijk was, was de Nederlandse groentesoep van de oma’s. En de Staal-broers zijn groot geworden van de typisch Nederlandse kost. Niet zelden stond er stamppot of aardappelen met vlees op het menu.
Het moge duidelijk zijn waarom deze familie een plekje in deze rubriek verdient. Wat ook al heel snel duidelijk was, was het talent van de gebroeders uit Thunder Bay. Eric, de oudste, stak (letterlijk en figuurlijk) met kop en schouders boven zijn leeftijdsgenootjes uit. Zo tikte hij voor de Onder-15 van de Thunder Bay Kings in 1999-2000 na 59 wedstrijden de 100 punten aan. Hartstikken leuk, maar hoe deed Eric het met meer tegenstand? Het antwoord volgde een jaar later al in de OHL. Daarin scoorde hij als tiener 19 goals en 49 punten namens de Peterborough Petes.
ERIC SPRINGT IN HET DIEPE
De nog altijd piepjonge Eric Staal had inmiddels ook nationaal een beetje naam gemaakt. Die lange centre behoorde tot de beste spelers van zijn lichting en liet in zijn tweede jaar bij de Petes zien dat hij nog een versnelling hoger kon schakelen. Met 23 goal en 62 punten verbeterde hij moeiteloos zijn eerste jaar. Staal mocht zich in 2001-2002 melden bij Canada U18 voor het WK. In een team met onder andere Corey Perry droeg Eric Staal de “A” en was hij in 8 potjes goed voor 2 goals en 7 punten.
Eric had zich inmiddels op verschillende niveaus bewezen. En nog veel meer dan dat zelfs! In 2003 kwam de volgende stap. Zijn naam zong rond in de bovenste regionen van de draft en achteraf hadden de kenners het goed gezien. Marc-Andre Fleury werd als eerste gekozen en direct daarna rolde de naam van Eric Staal over de lippen van de Carolina Hurricanes. Het zou overigens een historische draft worden, want alleen al in de eerste ronde volgden grote namen als Ryan Getzlaf, Brent Burns, Corey Perry en Zach Parise.
Op het moment dat Eric Staal gekozen werd, zaten de Canes net even in een mindere fase. In 2002 verloren ze de Stanley Cup Final van de Red Wings. Een jaar later kwamen ze onder Paul Maurice in het stuk niet voor. Een geluk bij een ongeluk, want het gaf de franchise de kans een geweldige centre op te pikken in de draft. Een centre die op 9 oktober 2003, op 18-jarige leeftijd, aan zijn lange en succesvolle reis door de NHL begon. Maar dat wist de oudste Staal op dat moment zelf natuurlijk nog niet.
VREEMDE EEND IN DE BIJT
Eric had zijn plek in de NHL dus veroverd, maar hoe zat het dan met de volgende Staal? Marc is drie jaar jonger dan Eric en kreeg in dienst van de Thunder Bay Kings dus al te maken met de druk die zijn achternaam met zich meebracht. Helemaal terecht was dit niet, want in tegenstelling tot zijn oudere broer was Marc veel meer een verdediger.
Hij bracht minder punten op het bord, maar ook Marc had niet lang nodig om naam te maken. Zijn naam dook ook al snel op in de vertegenwoordigende teams en verschillende scoutingsrapporten. Marc Staal legde echter wel een andere route af, want hij speelde voor de Sudbury Wolves zijn wedstrijden in de OHL.
Marc viel op in de OHL en AHL, speelde voor Team Canada tijdens verschillende jeugdtoernooien en dan is de NHL Entry Draft de logische volgende stap. Voor de in januari 1987 geboren Marc kwam dit moment in het late voorjaar van 2005. Net als bij zijn broer had ook deze draft over grootheden niet te klagen.
Ene Sidney Crosby werd als eerste gekozen. Carey Price kwam als vijfde voorbij en Anze Kopitar als elfde. Direct na de Kings-legende volgde Marc Staal. Het waren de New York Rangers die hem z’n eerste kans in de NHL gaven. De blueliner kreeg nog wel even de tijd om te rijpen, want pas op 4 oktober 2007 volgde zijn debuut. In MSG tegen de Florida Panthers.
JORDAN OOK EEN AANVALLER
Zo’n 18 maanden na Marc kwam Jordan ter wereld. Op het baantje bij de boerderij bleek dat ook de derde heel aardig met stick en schaatsen overweg kon, dus wreven ze zich bij de Thunder Bay Kings al in de handen toen Jordan zich meldde. Als junior kwam deze Staal in 2003-2004 tot 44 goals en 92 punten in 49 wedstrijden.
Ze hadden daar natuurlijk al gezien dat Jordan in de voetsporen van Eric zou treden en als aanvaller de vijandelijke blueliners de stuipen op het lijf ging jagen. Wéér werd er één afgeleverd voor de vertegenwoordigende Canadese jeugdteams en ook Jordan schoot met scherp voor de Petes in de OHL.
Een jaar na de draft van Marc kon de familie Staal opnieuw afreizen naar de Entry Draft. In 2006 was zoonlief snel aan de beurt, want nadat St. Louis van Erik Johnson de first-overall maakte, werd Jordan Staal gekozen door de Pittsburgh Penguins. Jonathan Toews, Phil Kessel en Nicklas Backstrom zijn zomaar wat namen die na Jordan de revue passeerden.
Pittsburgh, dat een jaar eerder Sidney Crosby drafte, had een hoge pet op van de derde Staal. Al heel snel, namelijk op 5 oktober 2006, mocht Jordan Staal het gelijk van deze roemrijke franchise bewijzen. Net 18 jaar maakte hij zijn debuut in de met 4-0 gewonnen Battle of Pennsylvania tegen de Flyers.
AL SNEL SUCCES
In een tijdsbestek van vier jaar hadden de drie oudste gebroeders Staal onderdak gevonden in de NHL. En niet bij de minste franchises. Eric kwam binnen bij een franchise die in minder dan geen tijd van de top naar de kelder was gegaan en samen met de oudste Staal begonnen de Hurricanes aan de lastige klim terug naar die top. Met 11 goals en 31 punten kwam Eric redelijk goed door zijn eerste jaar. Op zijn tweede moest hij even wachten, want 2004-2005 werd vanwege een lock-out niet gespeeld.
Tijdens die lock-out zat Eric niet stil. Hij speelde zijn wedstrijden in de AHL voor de Lockwell Lock Monsters. Een naam die past bij z’n seizoen, want Eric Staal speelde monsterlijk goed met 77 punten in 77 wedstrijden. Een jaar later, terug in de NHL, plukte hij daar de vruchten van. Na twee seizoenen zonder play-offs keerden de Hurricanes terug in het postseason.
Eén speler in het bijzonder viel op tijdens het reguliere seizoen. Een lange, 21-jarige jongen noteerde maar liefst 100 punten voor de Canes. Eric Staal veroverde de NHL en was ook tijdens ’t postseason van onschatbare waarde. Mede dankzij zijn 28 punten (8 daarvan tegen de Oilers in de SCF) pakten de Hurricanes hun eerste en tot nu toe enige Stanley Cup. Slechts 21 jaar oud, twee seizoenen ervaring in de NHL en nu al stond Eric Staal samen met onder meer Rod Brind’Amour op de top van de berg.
EERSTE BROEDERTWIST
Slechts een paar maanden nadat zijn broer de Cup won, debuteerde Jordan voor de Penguins. Hij trof in Pittsburgh een vergelijkbare situatie aan. Een franchise die veel succes had gekend, maar nu in opbouw was. Mario Lemieux was als speler nog maar net afgezwaaid, maar in Sidney Crosby stond zijn natuurlijke opvolger al klaar. De goals van Jordan Staal kwamen ook als geroepen voor de ploeg in de steigers. Staal scoorde 29 goals in zijn eerste jaar, verzamelde 42 punten en eindigde achter ploeggenoot Evgeni Malkin en Paul Stastny als derde in de Calder Trophy.
Op 14 oktober van 2006 stonden voor het eerst twee Staal-broertjes tegenover elkaar in de NHL. De al wat ervaren Eric bracht met titelhouder Carolina een bezoek aan zijn jongere broertje en opende ook nog eens de score in die wedstrijd. De geslepen Canes hadden geen kind aan de Penguins en vertrokken met een 5-1 zege uit de Mellon Arena. Aan het einde van de rit lachte Jordan het hardst, want in tegenstelling tot de Hurricanes haalden zijn Penguins wel de play-offs. Tegen Ottawa waren die overigens al wel na vijf wedstrijden voorbij.
DEGELIJKE KRACHT IN NY
In 2007 werd het pas echt druk voor Henry en Linda Staal. Marc debuteerde namens de Rangers, maar als blueliner had hij wat minder impact op het scoreformulier vergeleken met zijn broers. Waar zij al snel hun rekening openden, moest Marc 12 wedstrijden wachten op zijn eerste punt. Een assist tegen de Capitals. Twee weken later volgde z’n eerste goal in de burenruzie tegen de Devils. Marc besloot z’n eerste seizoen met 2 goals en 10 punten. Zijn Rangers plaatsten zich voor ’t postseason, maar zij waren daarin niet opgewassen tegen de Penguins van broer Jordan.
Eric Staal zou bij Carolina uitgroeien tot een gekende goalgetter in de NHL. Voor minimaal 20 goals draaide de oudste van de broers zijn hand doorgaans niet om, maar hij had ook jaren met ruim 30 of zelfs meer doelpunten. Met de Hurricanes verliep het minder voorspoedig.
Na de Cup in 2006 bereikten ze pas in 2009 weer de play-offs. Pas in de Conference Final viel het doek voor Carolina. Toch stond er een Staal in de Stanley Cup Final, want het was Jordan die zijn broer de voet dwars zette. Aan de hand van Crosby en Malkin bliezen de Penguins de Canes in vier wedstrijden weg.
AAN DE HAND VAN SID EN GENO
De oudste Staal pakte de Cup in 2006 en in 2009 kreeg Jordan zijn kans. Tijdens het reguliere seizoen waren Crosby (113 punten) en Malkin (103 punten) weergaloos. Jordan Staal eindigde als derde op de topscorerslijst, maar wel op een straatlengte afstand van de twee supersterren. Met 22 goals en 49 punten besloot hij ’t reguliere seizoen. In de play-offs was het al niet veel anders. Malkin en Crosby trokken de kar en de rest volgde.
Met 4 goals en 9 punten was Jordan niet overdreven productief, maar één van die goals scoorde hij wel in de ontzettend belangrijke Game 6 van de Stanley Cup Finals. Detroit won 3 van de eerste 5 wedstrijden, maar Pittsburgh wist er mede dankzij die goal van Staal een Game 7 uit te slepen. In het hol van de leeuw werd deze ook nog eens gewonnen! Zo had de familie Staal al twee Cup-winnaars aan tafel tijdens familiebijeenkomsten!
BIJNA EEN DERDE!!!
Helaas heeft Marc dat genoegen nog niet mogen smaken. Hij ontwikkelde zich in de loop der jaren tot een meer dan degelijke kracht op de blauwe lijn in New York, maar het ultieme doel werd niet bereikt. Eén keer kwam hij in de buurt van de Cup. In 2014, met een erg sterke Henrik Lundqvist onder de lat, reikten de Blueshirts tot de Final. Daar liepen ze zich stuk op een LA Kings, die op dat moment de wind aardig in de zeilen hadden.
Op weg naar die Final klopten de Rangers onder meer de Penguins. Van een broedertwist was op dat moment echter al geen sprake meer. Vanaf 22 juni 2012 was Jordan namelijk in dienst van de Hurricanes, waar hij nog een paar jaar samen zou spelen met Eric. Die ging op zijn beurt Marc een paar maanden gezelschap houden in New York. Om te voorkomen dat de oudste van de broers voor niets op de free agent markt belandde, werd hij door de Canes op 28 februari 2016 getrade naar de Rangers. In de zomer van dat jaar tekende Eric bij de Wild, waar hij met name in 2017-2018 een geweldig seizoen beleefde met 42 goals.
TEGENSLAGEN
Marc Staal was aanvankelijk ’t meest honkvast. Dertien jaar verdedigde hij de kleuren van de New York Rangers, maar lang niet altijd ging dit over rozen. In het off-season van 2011 maakten de Rangers bekend dat Staal kampte met de naweeën van een hersenschudding. Deze werd mogelijk veroorzaakt door broer Eric in februari van dat jaar. Pas in januari 2012 keerde Marc terug op het ijs. Een jaar later sloeg de pechduivel opnieuw toe. In maart 2013 kreeg hij een puck tegen z’n hoofd en miste Marc opnieuw de nodige wedstrijden.
In september 2020 trok Marc Staal na 13 seizoenen en 892 wedstrijden (43 goals, 145 assists) de deur van MSG achter zich dicht. In Detroit begon voor hem een nieuw avontuur, maar door Covid-19 begon dit pas in januari 2021. Voor die franchise speelde de blueliner twee seizoenen en 127 wedstrijden.
MAGISCH
De sneller rekenaar weet dan al dat Marc in ’t shirt van de Red Wings de magische grens van 1000 wedstrijden passeerde. Dit gebeurde vorig seizoen en Marc was daarmee de derde van de broers die deze barriere slechtte. Jordan, helaas ook niet gevrijwaard van blessures, deed het in 2021 en Eric brak er in 2016-2017 in dienst van de Wild al doorheen.
Voor een speler is het al heel bijzonder dat ze 1.000 wedstrijden op het allerhoogste niveau spelen. Dat dit drie spelers uit hetzelfde gezin lukt, is simpelweg uniek. Dat de drie broers nu al jaren achtereen een hoog niveau aantikken, maakt de prestatie nog knapper. Marc is inmiddels een gerespecteerde blueliner bij de Florida Panthers en heeft een team om zich heen dat zomaar een Stanley Cup kan winnen. Tot dat team behoort tegenwoordig ook Eric Staal.
BOLTS ZITTEN ERIC DWARS
In september 2020 betrok Minnesota de oudste Staal in een trade naar Buffalo, maar daar bleef hij niet lang hangen. Vlak voor de trade deadline in 2021 streek Eric naar in Montreal en daar beleefde hij een zeer onverwacht sprookje. Gedragen door een uitmuntende Carey Price schopten de Canadiens het in de bubbels van Toronto en Edmonton zeer verrassend tot de Stanley Cup Final. Een tweede Cup kwam er niet voor Eric. De Tampa Bay Lightning bleken in die finale een paar maten te groot en mochten na vijf wedstrijden al aan de champagne.
Met 2 goals en 8 punten droeg Eric Staal wel degelijk zijn steentje bij in de play-offs, maar een nieuwe club vond hij daarna niet. Even dreigde het verhaal van de spreekwoordelijke nachtkaars, maar vanwege de bekende pandemie kwam Staal opeens in aanmerking voor Team Canada op de Spelen van Beijing. De NHL vaardigde geen spelers af en het jonge Canada kon wel een mentor op het ijs gebruiken. Bij de Iowa Wild in de AHL liet Staal zien het kunstje nog wel degelijk te beheersen en niet geheel onverwachts werd hij benoemd tot captain van Team Canada.
TRIPLE GOLD CLUB
Eric Staal was al van de partij tijdens de historische Spelen van Vancouver in 2010. Zeven keer kwam hij in actie en tekende voor een goal en 5 assists op weg naar het legendarische goud. Zo mooi als toen werd het in China zeker niet. Canada begon, zoals altijd, als favoriet maar al in de kwartfinale vonden ze tegen Zweden hun Waterloo. Een tweede gouden plak kwam er niet, maar dankzij z’n Cup in 2006 en wereldtitel met Canada een jaar later behoort Eric Staal wel tot de Triple Gold Club.
Die wereldtitel veroverde Eric met broer Jordan aan zijn zijde. Samen waren ze in Rusland goed voor 12 punten. Daarvan kwamen er 10 (5G, 5A) op het conto van Eric. Zijn jongere broertje kwam met zijn 18 jaar toen pas net kijken en droeg met 2 assists bij aan het succes. Marc Staal heeft als senior nooit voor zijn land op een groot toernooi gespeeld. Hij is overigens ook de enige Staal die nooit voor de Hurricanes heeft gespeeld. Eric begon er natuurlijk zijn carriere, Jared speelde er twee wedstrijden en Jordan is momenteel captain van de club.
ONGEKENDE CIJFERS
Na zijn trade in 2012 tekende Jordan een contract voor tien seizoenen in Raleigh. Dit ging een jaar later in en loopt komende zomer dus af. Voor de inmiddels 34-jarige Jordan breken dan ook spannende tijden aan. Met 13 goals in de eerste 48 wedstrijden is de jongste Staal ook dit seizoen gewoon weer belangrijk voor de club. Zo trefzeker als Eric is hij nooit geweest, maar leiderschap zat de broers wel in de genen. Eric (zeven seizoenen) en Jordan (vijf seizoenen) droegen of dragen allebei de “C” bij Carolina en Marc was tien seizoenen alternate captain in New York.
Na de Winterspelen blies Eric zijn NHL-loopbaan nieuw leven in bij de Panthers. Hoewel de inmiddels 38-jarige Eric Staal minder minuten (13.26 ATOI) maakt dan vroeger, is hij met 7 goals en 15 punten in 42 wedstrijden wel degelijk van waarde. Waar hij in Raleigh al teamgenoot was van Jordan, daar deelt Eric in de late herfst van zijn loopbaan dus ook nog de kleedkamer met Marc.
TOEKOMST
Hoe het na dit seizoen loopt met de broertjes Staal is op het moment van schrijven nog volstrekt onduidelijk. Al hun contracten lopen af en inmiddels zijn ze elk de 30 al ruimschoots gepasseerd. Waar er nu drie van Staal in de NHL spelen, daar komt het moment dat er één of zelfs geen enkele Staal meer actief is in de League ook dichterbij. Als het moment daar is, dan kunnen de broers terugkijken op geweldige carrières. Eric (448G, 601A), Marc (49G, 170A) en Jordan (272G, 363A) hebben samen 3547 wedstrijden gespeeld en met Jared er nog bij komt het aantal op 3549.
Eric en Jordan hebben een Stanley Cup en een wereldtitel, terwijl Eric ook nog een olympische titel op zijn palmares heeft. Marc maakt dit seizoen met de Panthers nog kans op ’t allerhoogste, maar weet dat hij als blueliner zeer gewaardeerd werd en wordt. Stuk voor stuk zaken die niemand had verwacht vroeger op het baantje bij de boerderij in Thunder Bay.
Mogelijk keren ze daar na hun loopbaan nog eens terug om elkaar nog eens als broers het leven zuur te maken. En misschien nog eens te genieten van echte Hollandse kost. Hoe dan ook mogen we als Nederland ook best een beetje trots zijn op Eric, Marc en Jordan. Het zijn en blijven jongens van Staal.
Cover photo: Eliot J. Schechter