‘Crime Dog’ Fred McGriff naar Cooperstown

‘Crime Dog’ Fred McGriff is door de Contemporary Baseball Era Players Committee, bestaande uit oud-spelers, bestuurders en journalisten, unaniem verkozen tot de Baseball Hall of Fame. De slugger die in zijn 19-jarige carrière net niet de grens van de 500 homeruns (493) doorbrak, was de enige speler op de ballot die meer dan de benodigde 12 stemmen kreeg.

TORONTO BLUE JAYS

McGriff werd gedraft door de New York Yankees, maar nog voor hij één wedstrijd op het hoogste niveau had gespeeld, werd hij door die organisatie betrokken in een trade met de Toronto Blue Jays. Die deal wordt tot op de dag van vandaag gezien als één van de aller slechtste uit de historie van de franchise.

De in Tampa geboren eerstehonkman maakte in het najaar van 1986 zijn debuut, maar zou het volgende seizoen pas echt bij de hoofdmacht aansluiten. In totaal speelde McGriff 578 wedstrijden voor de Canadezen, waarin hij tot 125 homeruns, 305 RBI’s en een OPS+ van 153 kwam. In die jaren was hij één van de gevaarlijkste slagmannen in de American League. Hij werd slechts één keer homerun king, maar moest in de andere jaren vooral toezien hoe de tot hun oogballen gedopeerde Jose Canseco en Mark McGwire de mooie sier maakten.

SAN DIEGO PADRES

Samen met de niet zo lang geleden overleden Tony Fernandez ruilden de Blue Jays McGriff vervolgens met de San Diego Padres voor Roberto Alomar en Joe Carter. Die laatste twee zouden in Toronto twee keer de World Series winnen, terwijl McGriff en Fernandez samen met onder anderen de legendarische Tony Gwynn en Gary Sheffield steeds net iets tekort kwamen.

“Taking nothing away from (Jose) Canseco and (Mark) McGwire, but everybody knows they lift weights. I wish I could get Freddie to lift weights. The only things he lifts are candy bars.”

Teamgenoot Lloyd Moseby

In tweeënhalf seizoen in Zuid-Californië sloeg hij 84 homeruns, waarvan de 35 in 1992 dus genoeg waren om voor de tweede keer een homeruntitel op te eisen. Daarmee werd McGriff in die jaren de eerste slagman in de 20e eeuw die in beide leagues het homerunklassement won.

ATLANTA BRAVES

Gedurende het 1993 seizoen maakte Fred McGriff voor de derde keer een transfer. De Atlanta Braves hoopten met hem het missende puzzelstukje gevonden te hebben en kregen daarin gelijk. Vanaf dag één was hij op stoom in Georgia. In 69 wedstrijden sloeg hij 19 homeruns, 55 punten binnen en kwam hij tot een voor zijn doen ongekend hoog slaggemiddelde van .310. Nooit sloeg hij meer homeruns over een heel seizoen dan dat jaar, maar inmiddels was hij links en rechts ingehaald door medisch opgevoerde types als Matt Williams en Jeff Bagwell.

De Braves wonnen in dat jaar de NL West Division met één gewonnen wedstrijd meer dan de San Francisco Giants van Barry Bonds, maar in de ALCS gingen ze onderuit tegen de huidige divisiegenoot uit Philadelphia, de Phillies. Aan McGriff lag het in die serie niet. Zijn slashline in die zes wedstrijden was .435/.519/.696/1.214 met een homerun en vier RBI’s.

DE STAKING VAN 1994

Uiteindelijk moesten de Braves tot 1995 geduld hebben om hun gouden generatie te verzilveren, want het seizoen ervoor werd door de spelersstaking nooit uitgespeeld. Ook voor McGriff was dat een aderlating, want met 34 homeruns in slechts 113 duels leek de op dat moment 30-jarige slagman zijn persoonlijke record meteen aan te scherpen. In dat eerste anderhalve seizoen in Atlanta deed Crime Dog voor weinig anderen onder.

Het ingekorte jaar na de staking bracht de Braves dus eindelijk succes en die zo lang gewenste World Series-ring, maar voor McGriff was het zijn minste jaar. Hij bleef voor het eerst in acht seizoenen onder de 30 homeruns en zijn OPS+ kelderde van een indrukwekkende 165 naar 119. Wel was McGriff van ongekende waarde in het postseason. In alle drie de series kwam hij tot een slugging van boven de .600 en met vier homeruns en negen RBI’s droeg hij bij aan de nodige runs.

GOING HOME TO TAMPA

Met de oprichting van de Tampa Bay (Devil) Rays kreeg McGriff de kans om te spelen in zijn geboortestad. Samen met onder meer Wade Boggs was hij die eerste jaren het gezicht van een organisatie die bivakkeerde in de onderste regionen van de sterke AL East. Wel sloeg hij in die jaren weer een paar keer meer dan 30 homeruns in een seizoen, al bleef hij ver van de aantallen die zijn generatiegenoot Bonds die jaren liet aantekenen.

De Chicago Cubs hoopten dat hij voor hen kon betekenen wat hij jaren eerder voor de Braves betekend had, maar een tweede ring zat er niet meer in. Toch lieten de 42 homeruns in 195 wedstrijden zien dat de Crime Dog nog allerminst versleten was. In het daaropvolgende seizoen voor de Los Angeles Dodgers was het echter een ander verhaal. Fysieke ongemakken gingen zijn tol eisen en het bleek de aankondiging van het einde.

In 2004 hoopte McGriff in het shirt van zijn geliefde Rays de mijlpaal van 500 homeruns te slechten, maar al na 27 wedstrijden kwam dat laatste avontuur ten einde, slechts zeven rake klappen verwijderd van dat magische aantal en een bijna zekere sleutel tot de Hall of Fame.

COOPERSTOWN

Consistentie was het toverwoord van McGriff carrière. In maar liefst tien seizoenen sloeg hij meer dan 30 homeruns. Dat was ook jaarlijks zijn doel. “I just need five good swings a month”, was gedurende zijn hele loopbaan een soort mantra voor hem. Het hield hem bovendien scherp wanneer het een paar wedstrijden niet wilde lukken. Vijf rake klappen waren bijna altijd nog wel mogelijk.

In het begin van zijn carrière behoorde hij met dergelijke statistieken tot de crème de la crème van het slagmangilde, maar de tijden veranderden. McGwire, Canseco, Sammy Sosa en Bonds stegen naar astronomische homerunaantallen, terwijl McGriff keurig zijn jaarlijkse 30 stuks afleverde. Hoe hoger zij klommen, hoe dieper in hun schaduw McGriff verdween, tot hij bijna vergeten werd.

Op de reguliere ballot bleef McGriff elk jaar ver verwijderd van een uitverkiezing. Nooit kreeg hij meer dan 39% van de stemmen, hoewel er genoeg mensen zich hard maakten voor de in hun ogen schone McGriff die zo geleden had onder snoepende concurrentie. Geheel verrassend was het dus niet dat McGriff uiteindelijk via de Veteran’s Committee alsnog zijn enkeltje Cooperstown te pakken heeft. Unaniem stemden zij hem vannacht de Hall of Fame in.

Coverfoto: si.com

Sander Grasman
Sander Grasman
Recreatief sporthistoricus en vice-voorzitter van de Nederlandse Fred McGriff-fanclub.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Gerelateerde artikelen