Tijdens de afgelopen NFL Draft werd Kyler Murray met de eerste pick gekozen door de Arizona Cardinals. Daarmee lijkt een einde gekomen aan de droom van de Oakland A’s dat de quarterback annex outfielder op korte termijn in het goudgroen van die club zal uitkomen. Al is het natuurlijk nog altijd mogelijk dat Murray de twee sporten gaat combineren. Hij zou zeker niet de eerste zijn. Hij zou in de voetsporen kunnen treden van legendes als Bo Jackson, Michael Jordan en Jim Thorpe. Vandaag kijken we naar de beste ’two sport stars’, die honkbal met een andere sport combineerden.
BO JACKSON
Bo Jackson is de enige speler die zowel in de NFL Pro Bowl als in de MLB All Star Game actief was. Hoewel Jackson door blessureleed slechts een korte carrière in beide sporten kende, wist hij in die tijd wel een legendarische status te verwerven.
Vincent Jackson groeide op in een arme buurt van het stadje Bessemer, Alabama. Op school werd de jonge Jackson gepest om zijn stotteren. Hij vond in sportieve activiteiten een uitvlucht en ontwikkelde daarmee een imposant fysiek. Hij kreeg de bijnaam Bo van zijn broers en zussen, omdat hij zo sterk als een boar hogg was. In Alabama spreken ze dat blijkbaar uit als iets dat klinkt als Bo Hogg.
Meer horen over de two sport star? Luister dan ook onze podcastaflevering over het onderwerp!
HIGH SCHOOL STAR
Al op de middelbare school stond het sportieve talent van Bo als een paal boven water. Hij blonk zowel op de grid iron als de baseball diamond uit, maar ook als atleet maakte hij indruk. Hij deed tijdens staatskampioenschappen tweemaal mee met een meerkamp. Beide keren bouwde hij een dusdanige voorsprong op ten opzichte van de concurrentie, dat hij de afsluitende 1.500 meter niet hoefde af te werken om zich tot kampioen te kronen. En daar was hij maar wat blij mee, want aan lange afstanden had hij een broertje dood.
Hij werd al in 1982 als high schooler gedraft door de New York Yankees, maar hij koos ervoor om uit te gaan komen voor de universiteit van Auburn. Ook daar toonde hij weer zijn sportieve talent. Hij zette als running back clubrecords neer en won in zijn derde jaar de Heisman Trophy voor de beste collegiate speler.
#1 DRAFT PICK
In 1986 werd Bo Jackson door de Tampa Bay Buccaneers als eerste gekozen in de NFL Draft. Hij weigerde echter voor deze ploeg uit te komen, omdat hij het gevoel had dat zij zijn honkbalcarrière hadden proberen te torpederen. Hij had al voor de draft aangegeven niet voor Tampa Bay te zullen tekenen. Het geeft wel aan hoe graag zij hem wilden hebben, dat zij toch hun eerste keus verspilden in de hoop hem alsnog te kunnen verleiden. Of ze hadden geen rekening gehouden met de koppigheid van Bo. Jackson besloot zich te richten op het honkbal.
De Kansas City Royals konden hem vervolgens in de vierde ronde van de MLB Draft oppikken. Al in september van datzelfde jaar werd hij opgeroepen naar de majors. Het zou echter nog tot ’89 duren voordat Jackson een sterrenstatus wist te bereiken. Dat seizoen werd hij uitverkozen tot de All Star Game, waarin hij zich zelfs tot MVP kroonde.
TOCH WEER FOOTBALL
In 1987 kreeg Jackson alsnog de kans om uit te komen in de NFL. De Raiders van Al Davis hadden hem in de 7e ronde gedraft. Met de garantie dat de club hem de twee sporten zou laten combineren, ging Jackson uiteindelijk overstag en hij tekende in LA. In zijn contract stond dat Jackson het volledige honkbalseizoen mocht afmaken, voordat hij zich hoefde te melden bij de Raiders.
De loopbaan van Jackson werd echter al vroeg geknakt door blessures. Al in ’91 lieten de Royals hem gaan, omdat zij hem niet wilden doorbetalen terwijl hij revalideerde van een football-blessure. Hij werd opgepikt door de Chicago White Sox, maar voor die ploeg zou hij in de komende drie jaar nauwelijks tot 100 wedstrijden komen. In die tijd moest hij zelfs al zijn heup – diezelfde blessure had al in ’91 een einde gemaakt aan zijn carrière in de NFL – laten vervangen. Toen de staking in ’94 voortijdig een einde maakte aan het honkbalseizoen, besloot Jackson datzelfde te doen met zijn carrière. Hij hield het op 32-jarige leeftijd voor gezien.
DEION SANDERS
Neon Deion Sanders gaat de geschiedenisboeken in als een van de beste football-spelers aller tijden. Maar ook op de honkbaldiamant stond de snelle outfielder zijn mannetje. Hij maakte deel uit van de ijzersterke Braves-selectie die aan het begin van de jaren negentig de majors domineerde. Van alle spelers die twee sporten combineerden, kende Sanders de langste carrière in beide. Van 1989 tot en met 2005 kwam hij uit in de NFL, terwijl hij tussen 1989 en 2001 actief was in de MLB. Gedurende die jaren liet hij enkele unieke prestaties noteren.
Zo is hij de enige speler die in dezelfde week een homerun in de majors sloeg en een touchdown in de NFL scoorde. Bovendien kwam hij als enige uit in zowel de World Series als de Super Bowl. Als footballer wist hij zelfs tweemaal die Super Bowl te winnen, terwijl zijn enige optreden in de World Series in ’92 met de Braves verloren ging. Prime Time is een van de beste pass defenders uit de geschiedenis van de NFL en werd niet voor niet verkozen tot de Hall of Fame in Canton. In 2010 plaatste NFL.com hem op de 34e plek van haar ranglijst van de 100 beste spelers aller tijden.
KLEURRIJK FIGUUR
Waar Bo Jackson eerder teruggetrokken en verlegen is, valt Sanders op met een zijn extraverte persoonlijkheid. De verdediger stond erom bekend highsteppend de endzone in te lopen als hij een interception terugliep voor een pick 6. Spelers die later zijn signature celebration imiteerde verdienden direct een plaatsje in zijn wekelijkse Top5 op NFL.com.
Via zijn vriend MC Hammer kreeg Sanders de kans om zich ook nog op een derde carrière te richten. Op Hammers label mocht hij debuteren als rapper. Hoewel de plaat ons klassiekers als Must be the Money en Prime Time keeps on tickin’ opleverde, werd het geen succes en konden de critici het (nog) niet op waarde schatten. Hammer en Prime namen voor de verfilming van het computerspel Street Fighter samen ook nog een nummer op: Straight to My Feet.
Kort nadat hij zijn kicksen definitief aan de wilgen hing, ging Sanders als analist aan de slag. Tegenwoordig is hij werkzaam voor het NFL Network, waar hij vaak ook een eigen rubriek heeft. Zo koos hij een tijd in Let’s go Prime Time zijn favoriete spelers of momenten van de week.
MICHAEL JORDAN
Er zijn in totaal ook 13 spelers die zowel in de NBA als de MLB actief waren. Eén aardige basketballer wist nooit het hoogste niveau in het honkbal te halen: Michael Jordan. His royal Airness was de bekendste sporter ter wereld en op de toppen van zijn kunnen, toen hij in ’93 voor de eerste keer met basketbalpensioen ging en overstapte op honkbal.
Hij maakte deze keuze zogezegd na de dood van zijn vader, die tijdens een mislukte carjacking vermoord werd, en die een groot honkballiefhebber geweest was. Als een eerbetoon aan hem wilde hij diens wens dat zijn zoon een professioneel honkballer zou worden alsnog in vervulling laten gaan. Kwade tongen beweren dat zijn overstap meer te maken zou hebben met een straf die hem boven het hoofd hing voor illegale gokpraktijken. Wat hiervan waar is, blijft moeilijk te zeggen.
BIRMINGHAM BARONS
Jordan vond emplooi bij de Chicago White Sox, waar Jerry Reinsdorf de scepter zwaaide. Diezelfde Reinsdorf was ook de eigenaar van de Bulls. Jordan belande in het Double A-team van de organisatie: de Birmingham Barons. De manager van dit team was de 35-jarige Terry Francona. Francona had door blessureleed al op jonge leeftijd moeten stoppen en stond dus al op jonge leeftijd tegenover een uiterst ongewone situatie. Nog nooit zal er een minor league team zoveel aandacht gegenereerd hebben. Zowel alle thuis- als uitwedstrijden waren dat seizoen uitverkocht.
Jordan kon een maandsalaris van 850 dollar toevoegen aan zijn jaarlijkse endorsements van ruim 30.000.000 dollar. Hij gebruikte zijn vorstelijke verdiensten om het team van een gloednieuwe bus te voorzien. Dit deed hij toen hij ontdekte dat het team niet met het vliegtuig naar uitwedstrijden reisde. Hij ging niet 17 uur in het oude krakkemikkige ding zitten.
TERUGKEER NAAR DE NBA
Uiteindelijk zou het honkbalavontuur van Jordan slechts één jaar duren. Hij was verre van geweldig in de minors met een slash line van .202/.289/.266 en 3 homeruns, 51 RBI’s en 30 gestolen honken, maar als je bedenkt dat hij al dertien jaar geen wedstrijd meer had gespeeld, dan zijn die cijfers zo slecht nog niet.
De MLB Strike maakte echter definitief een einde aan de honkbalambities van Michael Jordan. Hij peinsde er niet over om als replacement player via de achterdeur zijn debuut te maken op het allerhoogste niveau. Hij keerde terug naar de Bulls en won daar nogmaals drie titels.
GENE CONLEY
Jordan had dus drie NBA-titels achter zijn naam staan, toen hij aan zijn honkbalavontuur begon. Opvallend genoeg is hij niet de enige speler met drie NBA-titels die als honkbalprof actief was. Gene Conley won eveneens drie titels met de illustere Boston Celtics van de jaren ’50 en ‘60. Hij was in die jaren onder andere teamgenoot van de legendarische Bill Russell.
De boomlange pitcher was naast zijn basketbalcarrière zelfs jarenlang actief op het allerhoogste niveau. Hij speelde in de majors voor de Braves, destijds nog uitkomend in Boston, de Milwaukee Braves en de Boston Red Sox. Het was bij die laatste club dat hij alle ogen op zich gericht was.
OP NAAR DE KLAAGMUUR!
Niet vanwege zijn honkbalkwaliteiten, maar omdat hij drie dagen volledig van de radar verdween. Samen met Elijah ‘Pumpsie’ Greene, de eerste zwarte speler die voor de organisatie uitkwam, verliet hij plotseling de spelersbus toen deze door New York City reed, om drie dagen niets meer van zich te laten horen. Greene keerde al na een paar dagen terug, maar de joodse Conley had zijn zinnen gezet op een trip naar de Klaagmuur in Israël.
Tegelijkertijd gebruikte hij echter alles wat god verboden had, dus ver kwam hij niet op zijn vlucht. Uiteindelijk hebben zijn fratsen hem misschien wel zijn honkbalcarrière gekost, want nauwelijks een jaar later zat hij zomers zonder club. Spijt had hij er niet van. Naar eigen zeggen was hij geen Warren Spahn (een van de beste werpers uit die tijd en een ploeggenoot van Conley), dus hij moest iets doen om de aandacht op te eisen.
DAVE DEBUSSCHERE
Misschien niet zo goed als Michael Jordan, maar toch één van de beste verdedigers uit de geschiedenis van de NBA was Dave DeBusschere. Hoewel de naam eerdere een flandrien uit het wielerpeloton doet vermoeden, blonk de geboren Amerikaan niet alleen uit in basketbal, maar was hij ook een begenadigd werper. Hij combineerde zijn basketbalcarrière met een rol als werper voor de Chicago White Sox.
Op 22-jarige leeftijd gooide DeBusschere in één seizoen 84 innings verspreid over 24 wedstrijden. Hij kwam dat jaar zelfs tot een complete game shutout. Toch zou hij na 1963 niet meer terugkeren op de heuvel. De Detroit Pistons hadden hem op 24-jarige leeftijd de jongste player-manager gemaakt uit de historie. Deze taak viel niet meer te combineren met zijn bijbaan op de baseball diamond.
SUCCES IN THE BIG APPLE
Een groot succes zou zijn nieuwe rol niet worden. Na drie seizoenen kwam er een nieuwe manager en werd DeBusschere weer gewoon speler en een jaar later vertrok de geboren Detroiter zelfs helemaal bij de Pistons om zijn geluk in The Big Apple te beproeven. Daar zou hij als speler wel succes beleven. Tweemaal won hij de titel met de Knicks.
Gedurende zijn loopbaan zou DeBusschere acht keer tot de All Star Game worden verkozen en lang nadat hij gestopt was, werd hij uitgeroepen tot één van de beste 50 spelers uit de geschiedenis van de NBA. Hij was destijds al geruime tijd opgenomen in de NBA Hall of Fame.
JIM THORPE
Terwijl er met Jackson en Sanders recentelijk spelers zijn geweest die een NFL- en een MLB-carrière combineerden, moeten we voor NBA-spelers dus meestal een stuk verder terug. Als we op zoek gaan naar de meest dynamische atleet, dan komen we echter uit aan het begin van de 20e eeuw.
Toen deed namelijk een zeker Jim Thorpe van zich spreken. Deze naam zal misschien niet bij iedereen meteen een belletje doen rinkelen, maar is er toch wel een om te onthouden. In 2000 werd Jim Thorpe namelijk in een verkiezing van ABC Sports uitgeroepen tot beste sporter van de 20e eeuw. Waarmee hij dus de eerder genoemde Michael Jordan, maar ook iconen als Babe Ruth en Muhammad Ali achter zich hield. Thorpe was een atleet, honkballer, football-speler en basketballer.
GOUD IN STOCKHOLM
Tijdens de Olympische Spelen van 1912 in Stockholm werden er twee nieuwe onderdelen in het atletiek geïntroduceerd: de vijfkamp en de tienkamp. Thorpe deed aan beide mee en zou in allebei de disciplines de gouden plak veroveren. Deze plakken zou hij later echter kwijtraken, toen bleek dat hij ooit professioneel actief was geweest. Hij had zijn geld verdiend als honkballer en dat ging in tegen de gedachte (en regels) van de Olympische Spelen. Saillant detail daarbij is dat Thorpe tijdens de Spelen in Stockholm nog tweemaal was uitgekomen in honkbalwedstrijden ter promotie van de sport.
Er wordt dan ook wel gezegd dat Thorpes uitsluiting meer te maken heeft met racisme, dan met het handhaven van de regels. Zijn ouders waren namelijk beiden half Native American en dus was niet iedereen blij met het succes van Thorpe.
JIM THORPE, DE HONKBALLER
Omdat het minor league team waaraan hij verbonden was geweest, in 1910 opgehouden was te bestaan, was Thorpe niet gebonden aan de reserve clause en werd hij op die manier een free agent in een tijd dat dat nagenoeg nooit voorkwam. Hij sloeg een aanbod van de zwakke St. Louis Browns om in 1913 voor de kampioen New York Giants te gaan spelen.
Tijdens een barnstorming tour samen met de Chicago White Sox door Amerika – en daarna de rest van de wereld – was de Olympisch kampioen de grote attractie. De ploegen deden onder andere Londen aan, ruim honderd jaar dus voordat binnenkort de eerste MLB-wedstrijden op Europese bodem worden afgewerkt.
JIM THORPE’S WORLD FAMOUS INDIANS
Intussen was Thorpe ook actief als professioneel football-speler. Hij kwam uit in een van de voorlopers van de NFL en ook hier was hij één van de grote sterren van zijn tijd. Na zijn carrière werd hij zowel tot de College als de NFL Hall of Fame verkozen. Hij won echter nooit een titel op het hoogste niveau.
Dat Thorpe naast dit alles ook nog eens basketbalde, was lang niet bekend. In 2005 werd ontdekt dat Amerika’s grootste atleet ook met zijn eigen barnstorm basketbalteam door het land getrokken was. Met een team dat volledig bestond uit native Americans trok hij in 1927 en ’28 door het land onder de naam: Jim Thorpe’s world famous Indians. Meer dan enkele krantenartikelen is hierover weinig bekend.
Uiteindelijk liep het tragisch af met Thorpe. Hij was een alcoholist en op latere leeftijd volledig bankroet. Op 65-jarige leeftijd overleed hij na zijn derde hartaanval.
(Coverfoto: Rick Stewart/Getty Images & Jonathan Daniel/Getty Images)