Life is good in Toronto. Voor basketbalfans in de Canadese metropool waarschijnlijk meer dan ooit. Over twee weken zal het jaarlijkse All-Star Weekend voor het eerst op ‘vreemde’ bodem, in Toronto, plaatsvinden. En, belangrijker, fans van de Raptors (31-15) kunnen al ’t gehele seizoen genieten van de beste ploeg uit de clubhistorie van de Canadese franchise. Toronto is bezig aan een hot streak: de afgelopen tien (!) wedstrijden werden gewonnen.
Langzaam maar zeker worden de Raptors door de NBA-volgers erkend als een waar topteam. Toegegeven, dit heeft absoluut te maken met het feit dat Toronto in de Eastern Conference speelt – waar het bij de enige echte andere topploeg (Cleveland) momenteel intern een puinhoop is. Waarom Toronto vanuit een talentoogpunt als titelpretendent kan worden aanschouwd, zal hieronder worden besproken. Maar allereerst moet er plaatsgemaakt worden voor de broodnodige complimenten aan de Raptors als basketbalorganisatie. Want Toronto is momenteel één van de meest coole plekken om te (komen) spelen in de NBA. De fans zijn luidruchtig en trots. De celebs van een A-list-kaliber door de voortdurende aanwezigheid en inmenging van Toronto-ambassadeur/ex-soapacteur/huidig toprapper Drake. En de marketingcampagnes getuigen van een goede grip op de moderne jongerencultuur:
Maar een pijnlijke ineenstorting in de eerste ronde van de afgelopen play-offs (0-4 tegen #5 Washington Wizards) heeft het stigma rond de Raptors van ‘nèt-niet team’ bij sommige NBA-fans alleen maar doen versterken. Voor het tweede jaar op rij wist Toronto het thuisvoordeel in de eerste ronde niet om te zetten in een gewonnen serie (2013/2014: 3-4 tegen #6 Brooklyn Nets).
Na een uitgebreide sessie film study (afgelopen vijf wedstrijden + eerste drie wedstrijden van het seizoen herbekeken), ter voorbereiding van dit artikel, ben ik toch van mening dat dit Raptors-team anders, betrouwbaarder is dan de ploeg uit de twee voorgaande twee edities van de NBA-play-offs. Uiteindelijk heb ik vier positieve spelfacetten (guard play; aanvalssysteem; continuïteit binnen de ploeg; een ‘diepe’ bank) waargenomen bij Toronto, waarvan ik denk dat deze doorslaggevend kunnen zijn in de aanstaande play-offs, tegenover twee negatieve aspecten (de bigs; fitheid van DeMarre Carroll).
Laten we ze punt voor punt even in wat meer detail bekijken:
Backcourt Beasts
DeMar DeRozan (26) mag voor de tweede keer (2014, 2016) aantreden in de All-Star Game. Als reserve – truth be told: DeRozan zou wellicht een meer verdienend startende guard zijn voor Team East dan oudgediende Dwyane Wade. 2016 lijkt in vele opzichten DeRozans jaar te worden. Komende zomer zal hij salaris-gewijs de jackpot winnen als best beschikbare 2-guard onder alle free agents in die transferperiode. Zijn huidige spel (gemiddeldes van 23 ppg, 4.5 rpg en 4 apg) schreeuwt max deal in alle toonaarden. DeRozan is dit jaar uitgegroeid tot een ware NBA-ster door iets minder gedekte schoten uit het midrange-gebied – het minst winstgevende soort schot volgens de analytische basketbalcijfertjes – te nemen, even agressief als voorheen de basket aan te vallen (z’n 8.1 vrije worppogingen gem. is derde onder alle NBA-spelers per wedstrijd) en met meer geloof, vertrouwen en efficiëntie vanuit de dribbel aan te vallen.
Leading Scorers by zone as of today. Blake owns the elbows, Ariza owns the corners, Lowry upsets Curry at the top! pic.twitter.com/dRxHPyroaC
— Kirk Goldsberry (@kirkgoldsberry) 8 december 2015
Er is geen speler in de NBA te vinden die zelf meer profiteert van de individuele verbeteringen bij een ploeggenoot dan dat het geval is bij Kyle Lowry en DeMar DeRozan. Begrijp me niet verkeerd, Kyle Lowry wás al één van de vijf beste spelverdelers uit de NBA voorafgaand aan dit seizoen. Maar doordat DeRozan nu zoveel betrouwbaarder is geworden als ball-handler, kan Lowry zich in grote delen van wedstrijden van de bal af (off-ball) bevinden – een rol waar vanuit hij levensgevaarlijk kan zijn, vanwege z’n schiet-, drive- en post up-vermogen. Daarnaast is Lowry nog altijd de één-na-beste pullup shooter in de NBA (Cu.. u raadt al wie #1 is). Twee tot vier keer per wedstrijd legt Lowry vanaf de top van de driepuntslijn aan voor een (doorgaans raak) pullup-verrassingsschotje. Heerlijk.
Vloeiende speelstijl
Ondanks het feit dat zowel boven- als onderstaande playbook-filmpjes gelopen tactiekjes uit de voorbije twee seizoenen bevatten, zijn zij bijzonder veelzeggend over de opbouw van het (-zelfde) aanvalssysteem dat de Raptors dit jaar gebruiken. Toronto hanteert in de aanval een schitterende, o zo gecompliceerde speelstijl: de bal gaat snel en vaak rond, elke Raptor op het veld heeft op elk moment binnen één-en-dezelfde play een functie te vervullen, de looplijnen zijn grotendeels gericht op het creëren van open driepuntspogingen in de hoekzones van het veld en vele tactiekjes hangen volledig af van gezamenlijke aanpassingen en timing. Spurs-achtig, noemt men dat.
Om een dergelijk aanvalssysteem succesvol uit te voeren heb je drie dringen nodig: (1) meerdere capabele/bovengemiddelde ball-handlers, (2) welwillende role players en (3) onderlinge ervaring. Toronto beschikt over alle drie dezer eigenschappen.
Gebouwd voor de marathon, niet de sprint
Dit is het vijfde seizoen onder hoofdcoach Dwane Casey. Ster Kyle Lowry is bezig aan zijn vierde jaar als Raptor. DeMar DeRozan komt al z’n gehele NBA-loopbaan (zes seizoenen) voor Toronto uit. Hetzelfde geldt voor bankspeler Terrence Ross en startende center Jonas Valanciunas (beiden vier seizoenen). Neem daarbij in ogenschouw dat dit viertal, deze spelerskern, stuk voor stuk als jonge pups bij Toronto binnenkwamen, en het is opeens niet zo gek dat deze (relatief) jonge Raptors zich tot één van de best op elkaar ingespeelde teams in de NBA hebben gevormd.
De stille krachten
De meest onderbelichte succesfactor voor het huidige Toronto is de ijzersterk bezette reservebank. Ik durf te stellen dat de Raptors beschikken over de één-na-beste bench unit in de huidige NBA (Golden State is ook in dit opzicht nog altijd numero uno). Het meest gebruikte viertal bankspelers – bestaande uit de haast bipolair wisselvallige, doch extreem begenadigde Terrence Ross, verdedigende stopper Cory Joseph, pick & pop-specialist Patrick Patterson en rim protector/wildebras Bismack Biyombo – heeft dit seizoen al vele wedstrijden in het voordeel van Toronto doen kantelen.
Twee dingen vallen op bij de bank van Toronto. (1) Casey stuurt maximaal vier bankspelers het veld in; één van de super-guards (Lowry + DeRozan) blijft staan om de rol van primaire ball-handler te vervullen. En (2) de voornaamste wisselspelers van de Raptors zijn dusdanig betrouwbaar dat de overige plekjes op het roster kunnen worden bezet door extreem onervaren, rauwe ’toekomstprojecten’, zoals de Brazillianen Lucas Nogueira (23, center) en Bruno Caboclo (20, vleugel). Oftewel, er is ruimte voor spelers waar Toronto ‘in het nu’ niets aan heeft. Dit omdat wissels als Joseph, Ross en Patterson dikwijls 20-25 kwalitatief goede speelminuten kunnen afleveren.
De twee grote zorgpunten
Tijd voor wat real talk. Ik kijk (verontrustend) veel basketbal. Ik speel (graag) veel basketbal. Mijn grootste ergernis? Slap verdedigende centers! Meestal zijn dit reuzen die tamelijk veeleisend op het aanvallende uiteinde zijn. Maar wanneer puntje bij paaltje komt, en zij hun aangeboren gave genaamd ‘lengte’ moeten benutten – door de basket met ‘verticaliteit’ en taaiheid te verdedigen – voor het teambelang, nergens te bevinden zijn.
In de NBA lopen veel van dit type spelers rond. Enes Kanter, Brook Lopez, Nikola Vucevic, Hassan Whiteside (kijk naar de echte statistieken voordat je boos gaat lopen doen in de comments…) en Kevin Love zijn hiervan goede voorbeelden. Maar de Poster Boy van dit archetype luiwammesen heet Jonas Valanciunas. De Litouwse center is aanvallend gezien nuttig – zijn lengte, kracht en post moves maken hem ondanks zijn traagheid tot een offensief wapen. Maar de aanwezigheid van Valanciunas onder de borden als ‘defensief anker’ moet de Toronto-fans oprechte zorgen baren.
Een verdedigende reddingsboei heeft Toronto daarentegen wél in huis. In ruil voor een torenhoog salaris (13 mln. dollar in 2015-2016) werd vleugelverdedigingsspecialist DeMarre Carrol van concurrent Atlanta overgenomen deze zomer. Eén groot probleem hierbij: Carroll is nog niet fit geweest sinds hij het Raptor-shirt draagt. Nadat The Junkyard Dog (een 9.7 op de bijnaam-schaal) in de openingsmaanden van het seizoen niet zijn normale vorm wist te bereiken door zeurende voet- en kniekwetsuren, was daar vorige maand het nieuws dat Carroll aan zijn rechterknie geopereerd moest worden. Als de revalidatie goed verloopt zal hij in de laatste maand van het reguliere seizoen weer kunnen aanhaken bij de Raptors.
Als Carroll gedurende de aanstaande play-offs (gedeeltelijk) in staat is z’n verdedigende ‘zelf’ te zijn op het veld, is Toronto in mijn ogen de favoriet in de Eastern Conference dit jaar. De concurrentie – Cleveland, en in mindere mate Chicago, Atlanta en Miami – is niet op een dusdanig duurzaam en doordacht fundament gebouwd als de Raptors. Lowry en DeRozan beleven momenteel hun ‘piekjaren’ als NBA-sterren; de bank wordt bezet door spelers die in de nabije toekomst voor andere teams kunnen (en zullen?) starten. 2016 zou zomaar eens het jaar van Toronto kunnen zijn – ondanks de komst van dat belachelijke All-Star-circus over twee weken.
Foto: Getty Images