Moneyball. De naam van het boek (Michael Lewis, 2003) en de film (Aaron Sorkin, 2011) die mijn leven voorgoed veranderden, het een ‘doel’ gaven. Tegelijkertijd is Moneyball in het Nederlandse sportjargon de algehele benaming geworden voor datgene, de tak van wetenschap – de toepassing van ‘analytics’ of ‘advanced stats’ bij het samenstellen, onderhouden en beoordelen van sportteams – die het beschrijft. Deze spraakverwarring geeft meteen een veelzeggend beeld van de geringe status die de sport-zienswijze momenteel nog altijd in ons land geniet.
Een mooie samenvatting van de geboorte, beweegredenen en noodzaak van ‘analytics’ in de wereld van professionele sport (in onderstaand voorbeeld: honkbal) wordt door het filmpersonage Peter Brand (Jonah Hill) gegeven in één van de eerste scènes uit de (geslaagde) verfilming. Het nerdy personage Brand is een samengesmolten representatie van meerdere stats guys die in 2003 werkzaam waren bij de Amerikaanse honkbalclub Oakland Athletics. Een club die jarenlang wist mee te draaien in de top van het Major League Baseball met een begroting die drie keer kleiner was dan die van de concurrentie – dit door als eerste gebruik te maken van nieuwe selectie- en evaluatiemethoden aan de hand van metrics en statistieken.
Op het eerste oog lijkt deze monoloog over extreem verouderde ideeën en een pertinente onwelwillendheid van clubs om ook maar iets te veranderen aan hun werkwijze, anno 2016, eerder op het merendeel van het mondiale profvoetbal van betrekking te zijn dan op de huidige staat van het NBA-basketball.
Wel…
Wij NBA-fans kunnen ons vast en zeker de tirade van voormalig basketballgrootheid / huidige tv-persoonlijkheid Charles Barkley herinneren: de op statistieken gebaseerde aanpak (analytics) van sommige NBA-teams (hier: de Houston Rockets) zou “crap” zijn. Een nietszeggende onzinmanier waarop nerds, die in tegenstelling tot de populaire sportjongens in hun middelbare schooltijd geen meisjes konden krijgen, zichzelf macht en zeggenschap konden toe-eigenen binnen de NBA:
Vergelijk Barkleys tirade – een boekverbrandend sentiment dat binnen NBA-kringen toentertijd (2014) op schrikbarend veel bijval kon rekenen – nu eens met de argumentatie die Grady Fuson (Ken Medlock) in Moneyball hanteert om zijn eigen ouderwetse, koppige visie als hoofd scouting te verdedigen tegenover het gebruik van ‘analytics’ door Athletics-GM Billy Beane (Brad Pitt):
Juist. Zó modern is de NBA nu ook weer niet, als de ideeën van een over-de-top-ouderwets-en-nukkig filmpersonage die tegen de komst is van enige moderniteit binnen zijn honkbalclub vrijwel volledig overeenkomen met de populairste basketballanalist op televisie…
Voorbeelden van anti-wetenschappelijk sentiment in de basketballwereld zijn ook veel dichter bij huis te vinden: veel van de bevindingen in mijn NBA-artikelen op deze site moet ik voorzien van videomateriaal en in aangepaste bewoordingen opschrijven. Dit om maar niet als statistieken-fetisjist over te komen bij lezer en collega. Het feit dat ik zelf basketball heb gespeeld op een semi-redelijk amateurniveau lijkt nog altijd zwaarder mee te wegen dan de honderden en honderden uren die ik heb vertoefd in statistische databases om aanvullende verklaringen te vinden bij dat wat ik zie in NBA-wedstrijden.
Kortom, de discussie rondom modernisering in de sport is ook onder NBA-fans bij lange na nog niet afgesloten – hetgeen sommige pro-statistiek-partijen zo nu en dan nog wel eens willen concluderen…
SportAmerika’s ‘All-Moneyball’-team:
Hoog tijd voor een nieuw bewijsstuk binnen deze discussie, dus! Als de dominantie van de Golden State Warriors ons één ding zou kunnen leren, is dat slim omspringen met spelersmateriaal, financiën en strategie zowel ‘old school’ basketbalfilosofieën als hypermoderne, analytisch ingestelde zienswijzen en methodes vereist.
Ik heb, geheel volgens Moneyball-principes, een analytisch onderbouwd, sterker-dan-gemiddeld ’team’ samengesteld. Bestaande uit twaalf spelers. En, belangrijk, vele malen goedkoper dan een doorsnee NBA-ploeg.
Om dit teambuildingsproces zo realistisch, moeilijk en eerlijk mogelijk te maken heb ik mezelf van tevoren enkele ‘spelregels’ opgelegd:
(1) aangezien rookie deals véél goedkoper zijn dan de contracten die NBA-spelers na hun vierde speeljaar tekenen, mag dit Moneyball-team maar vier van zulke contracten tellen – het gemiddelde aantal per team in de NBA in 2015/2016.
(2) geen spelers die in de top-5 van een Draft zijn gekozen – hierdoor wordt de factor ‘geluk’ zoveel mogelijk verkleind.
(3) maximaal één speler per NBA-team – zo kan er geen misbruik gemaakt worden van het contractbeleid van enkele clubs (Spurs, Warriors etc.).
(4) [!!] het team moet complementair, “passend”, zijn. In andere woorden: dit team zou in het echt met elkaar moeten kunnen samenspelen. Deze rolverdeling heb ik getoetst door onderstaand team door computer-gesimuleerde NBA-seizoenen te halen – in elk van de simulaties won dit team minstens 50 van de 82 wedstrijden in het reguliere NBA-seizoen.
Naast de naam van de speler staat (afgerond in hele dollars) het salaris dat deze speler in het seizoen 2015/2016 verdient. Rookie-contracten worden met een * aangeduid. Spelersstatistieken afgerond op halven.
Daar gaan we:
Starters
Draymond Green (Warriors) – 14.300.000
Stats 2015/2016: 34 mpg; 14 ppg; 10 rpg; 7.5 apg
De aanvoerder van ons Moneyball-team verdient verreweg het meeste geld van alle spelers. Eigenlijk zou Draymond Green zelfs nog aan z’n laatste contractjaar van zijn oorspronkelijke rookie-contract (ca. 2.5 mln. dollar) bezig moeten zijn. Maar Green speelt een dusdanig cruciale rol bij het monstersucces van de Warriors dat hij vorig seizoen al een enorm verbeterd contract kreeg aangeboden. Een deal die minder dan een jaar later alweer op een bankroof lijkt – Green is ondertussen verworden tot de definitie van een speler die een maximum contract (ca. 21 mln.) verdient. Met Green als small-ball center beschikt het Moneyball-team over de best passende big man in de NBA sinds de jonge jaren van Chris Webber, de meest veelzijdige verdediger in de NBA en een emotioneel leider die niet veel emotioneler kan worden dan hij momenteel al elke dag is.
Giannis Antetokounmpo (Bucks) – 1.953.960
Stats 2015/2016: 35 mpg; 16 ppg; 7.5 rpg; 51% fgs
De Greek Freak staat komende zomer minimaal een verzevenvoudiging van zijn huidige salaris te wachten. Antetokounmpo ontwikkelt zich perfect – langzaamaan verandert hij in het verdedigende, fast-break-ende en multi-inzetbare basketballmonster dat de scouts in Antekounmpo, een vleugelspeler met de lengte van een center (2.11) en de uitschuifarmen van een Barbapapa, zagen.
Rodney Hood (Jazz) – 1.348.440
Stats 2015-2016: 31.5 mpg; 15 ppg; 3 apg; 36,8% 3ps
De tweedejaars vleugelspeler van Utah is een outsider voor de award voor ‘Most Improved Player’ van het huidige NBA-seizoen. Hood is een leftie met een zijdezacht afstandsschot en is daarnaast een taaie mandekker. Elk NBA-team zou een Rodney Hood-achtige speler erbij willen hebben.
C.J. McCollum (Trail Blazers) – 2.525.160
Stats 2015/2016: 35 mpg; 21 ppg; 4.5 apg; 40.1% 3ps
McCollum is in Portland hard op weg een ster te worden, als hij dat ondertussen niet al is. McCollums verbeterde spel en kansen op de titel ‘Most Improved’ zijn gisteren uitvoerig besproken in de nieuwste uitzending van BucketsTV. Evenals Antetokounmpo staat McCollum deze zomer een enorme pay day te wachten.
Ish Smith (76ers) – 1.100.602
Stats 2015/2016: 27 mpg; 11.5 ppg; 6.5 apg
In een team vol jongensboekverhalen is de persoonlijke geschiedenis van Ish Smith het meest sprookjesachtig. De 27-jarige spelverdeler was in de eerste vijf jaar van zijn basketball-loopbaan de vleesgeworden definitie van een ‘clubhopper’: Smith kwam in vijf seizoenen tijd voor tien (!) verschillende teams uit. In jaar 6 liggen de zaken wel anders: Smith is misschien wel de enige geloofwaardige NBA-speler in de selectie van de tanktastic Sixers.
Bank
De zevenkoppige reservebank valt onder te verdelen in drie spelerscategorieën:
(1) De schutters:
Omri Casspi (3.000.000) is dit jaar uitgegroeid tot een échte NBA-schutter bij de Sacramento Kings, getuige zijn driepuntspercentage van 42.2%.
Patty Mills (3.578.948), de back-up van Tony Parker bij de Spurs, is misschien wel de beste reserve-spelverdeler van dit seizoen.
En Devin Booker (2.127.840) heeft met zijn schitterende schottechniek en genadeloos scoringsinstinct de meest Curry-achtige trekjes van de huidige toplichting aan eerstejaars spelers.
(2) De veterane bullebakken onder het bord:
ZaZa Pachulia (5.200.000), Georgië’s hoop in bange dagen, speelt dit seizoen in Dallas het beste basketball uit zijn 13(!)-jarige NBA-loopbaan (10 ppg en 11 rpg).
Bismack Biyombo (3.000.000) zal voor titeloutsider Toronto in de aanstaande play-offs een cruciale rol moeten vervullen, aangezien hij de enige center in de Raptor-selecties is die kan verdedigen.
(3) Twee solide, team-georiënteerde mop-up duty guys:
Geen coach zou tegen de komst van Lance Thomas (Knicks, 1.650.000) of Garrett Temple (1.100.602) zijn. Althans, niet wanneer deze twee teamspelers relatief zo weinig verdienen.
Eindrapport
Bovenstaand team zou in totaal 40.885.552 dollar aan salarissen kosten. Dit totaalbedrag zou ruim 29 miljoen dollar ONDER de salary cap – het salarisplafond in de NBA; elke dollar die een ploeg boven dit bedrag besteedt wordt drie keer zoveel belast – uitkomen, en is ruim 35 miljoen dollar minder dan het bedrag dat NBA-teams gemiddeld aan salarissen in het seizoen 2015-2016 uitgeven.
Het woord is aan ‘Petey’ Brand (Jonah Hill) – hij schijnt een diepzinnige overwinningsspeech te hebben voorbereid…
Foto: Getty Images
Salarisgegevens: Basketball-Reference
Een leuke poging maar dit team haalt helaas de play-offs niet. Small werkt door uitzonderlijke individuele prestaties van bijvoorbeeld een lebron of curry. Draymond draagt geen team en zorgt niet voor een collapse of aanpassing van de defence. Dit team kan verdedigd worden op basis van individuele kwaliteit van de tegenstander. Er worden geen double teams geforceerd waardoor minder ruimte voor schutters wordt gecreëerd. Als de overige capspace uit wordt gegeven aan een ster (bij voorkeur een small ball C of Pf die double teams kan forceren) wordt het een play-off team. Maar echt kans op de titel voorzie ik met dit team niet. Door de dynamiek in basketbal zijn er veel meer factoren die komen kijken bij een goed werkend NBA team. Wel een uiterst vermakelijk artikel. Zie graag een tweede poging en dan niet op small ball maar meer op ouderwets team samenstelling gericht waar de 5 vaste posities meer worden aangehouden.
Ik denk dat het idee wel leuk is, maar denk niet dat het gaat werken. Zoals de schrijver zelf al aangeeft, zitten er veel goede spelers bij die relatief weinig verdienen of beter gezegd, eigenlijk recht hebben op meer.
Gevolg is dat deze spelers veel waard zijn voor een team want ze nemen minder capspace in beslag en hebben toch een hele hoge kwaliteit dan vergelijkbare spelers. Teams die deze spelers nu bezitten gaan ze dus voor geen goud traden. En als deze spelers free agents zijn, dan mag je in eens het dubbele gaan betalen voor hun verdiensten.
Ondanks dat heb ik toch genoten van het artikel en vond ik het grappig om te lezen. De film zelf (Moneyball) staat op Netflix en is zeker een aanrader om te zien ook al ben je geen honkbalfan.
Ik zat zelf even te rondneuzen en spelers die ik op de moneyball-schaal hoog op zitten zijn Paul Millsap, Nikola Jokic, Jae Crowder, Jabari Parker. Als die mannen nou eens allemaal naar Portland zouden gaan heb je een prachtige selectie volgens mij.
Leuk artikel Sam