Henry Chadwick, Knickerbocker Rules en de Doubleday Myth


Velen werden in het verleden al eens uitgeroepen tot ‘the father of baseball’. Journalist Henry Chadwick, generaal Abner Doubleday en goudzoeker Alexander Cartwright kregen dit stempel al eens opgedrukt. Hoeveel waarheid schuilt er echter in al die benamingen? Wij zochten het uit.


Meer horen over dit onderwerp? Luister dan ook onze podcastaflevering over de Founding Fathers of Baseball!


NATIONAL PASTIME

Gedurende de tweede helft van de 19e eeuw groeide honkbal uit tot de grootste sport in Amerika. Destijds waren de sporten waar het honkbal mee moest concurreren voornamelijk door de Engelsen geïmporteerde tijdverdrijven als roeien en cricket, dus een oer-Amerikaanse sport was van harte welkom. Een logische vraag diende zich dan ook aan: hoe is die geliefde sport eigenlijk ooit ontstaan? En misschien nog wel belangrijker: wie heeft het uitgevonden? Amerika is altijd naarstig op zoek geweest naar een founding father om te vereren.
Aan het begin van de 20ste eeuw had het honkbal zich definitief genesteld aan de top van de sportpiramide. Cricket en roeien waren in populariteit gedaald en football en basketbal waren nog niet zo groot als ze nu zijn. Honkbal was de National Pastime, een op en top Amerikaans instituut dat in die tijd zelfs als ambassadeur voor het land ingezet. Er werden internationale trips langs de andere continenten georganiseerd, waarin de beste spelers de plaatselijke bevolking kennis lieten maken met de sport.

TOCH ENGELSE WORTELS?

De schok was dus groot toen de in Engeland geboren journalist Henry Chadwick in 1903 een artikel publiceerde in Spalding’s Official Base Ball Guide waarin hij beweerde dat de nationale sport honkbal eigenlijk via het Amerikaanse town ball was voortgekomen uit het Engelse rounders. Rounders is een spelletje dat al sinds de 18e eeuw gespeeld wordt in Engeland. De regels van dit rounders lijken inderdaad verdacht veel op dat van honkbal. Opvallend genoeg werd voor het spelletje ook wel de naam Base-Ball gebruikt.

Henry Chadwick in 1874 (Frank Pearsall/National Baseball Hall of Fame Library)

HENRY CHADWICK

Deze Henry Chadwick was niet de eerste de beste. Als verslaggever had hij een belangrijke rol gespeeld in het populair maken van de sport en hij werd door Theodore Roosevelt zelfs The Father of Baseball genoemd. Chadwick begon in de vijftiger jaren van de 19e eeuw met het schrijven van verslagen van honkbalwedstrijden. Met zijn verslagen had hij honkbal van een spel ter ontspanning tot een sport gemaakt.
Vanaf de jaren 1880 werden er in de kranten zelfs hele pagina’s gereserveerd voor sport. Om de sport inzichtelijk te maken voor de lezers vond Chadwick de boxscores uit. Hij werd hiervoor geïnspireerd door de manier waarop in Engeland verslag werd gedaan van cricket. De eerste boxscores verschenen in 1859 in de New York Clipper, een dagblad uit die tijd. Zijn stukken in de krant vormden een brug tussen de wedstrijden en haar fans. Een andere uitvinding van Chadwick vloeide voort uit diezelfde boxscores: de Runs Batted In.

ALBERT SPALDING

Chadwicks bewering over de Engelse wortels van de sport ging natuurlijk dwars in tegen het patriottisme dat de sport omhulde. Zo’n oer-Amerikaans instituut kon niet van Britse makelij zijn. Een reactie kon dus niet uitblijven. Opvallend genoeg was het uitgerekend de uitgever van het tijdschrift waarin het gewraakte artikel was verschenen, die de belangrijkste criticaster zou blijken. Dat was namelijk Albert Spalding, de naamgever van Spalding’s Official Base Ball Guide. Spalding was een oud-pitcher en de eigenaar van een bedrijf dat sportartikelen verkocht. Dat bedrijf is nu vooral bekend van haar basketballen.
Er ontstond een vriendschappelijke polemiek tussen de schrijver en zijn uitgever. In een artikel als reactie op Chadwicks stuk, met de titel “The Origin and Early History of Baseball” dat op 15 januari 1905 werd gepubliceerd in de Washington Post, schreef Spalding dat niet rounders de voorvader was geweest van het honkbal, maar het oer-Amerikaanse Four Old Cat, waar vier werpers en vier slagmannen in vier hoeken staan opgesteld.

DOUBLEDAY MYTH

Om Chadwicks ongelijk definitief te bewijzen stelde Albert Spalding en National League voorzitter Abraham G. Mills de Mills’ Commission samen. Dit comité moest voor eens en altijd uitvinden hoe de sport ontstaan. Zij kwamen op de proppen met een getuige, ene Abner Graves, die beweerde dat de Amerikaanse generaal Abner Doubleday de sport in 1839 bedacht had en dat de eerste wedstrijd ervan gespeeld werd in Cooperstown, waar zich nu de Hall of Fame bevindt. Abner Doubleday was tijdens de Civil War een belangrijke generaal geweest aan de kant van de Union.
Uit militaire documenten bleek echter dat Abner Doubleday nooit in Cooperstown gelegerd was. Doubleday was in die tijd nog maar een eerstejaars cadet op de militaire academie in West Point en het was schier onmogelijk dat hij als eerstejaars vrijaf had gekregen en naar Cooperstown was gegaan. Bovendien was getuige Graves ten tijde van die zogenaamde eerste wedstrijd slechts 5 jaar oud geweest. Tel daarbij op dat er in de papieren van Doubleday slechts één keer sprake is van honkbal, wanneer hij materiaal besteld voor zijn manschappen. Dan lijkt dit een gefabriceerde mythe.

COOPERSTOWN

En ondanks dat dit verhaal nog altijd door sommigen geloofd wordt, is men het onder honkbalhistorici eens dat Doubleday waarschijnlijk zeer weinig te maken heeft gehad met het ontstaan van de sport. Maar wat dan? In 1936 worden de eerste spelers verkozen tot de Hall of Fame. Drie jaar later wordt de Hall officieel geopend. Nota bene in het Cooperstown waar zogenaamd die eerste wedstrijd zou zijn gespeeld, maar waarvan men inmiddels is gaan denken dat dit een hoax is. Er moet toch een nieuwe verklaring komen. En die wordt er ook gevonden in de persoon van Alexander Cartwright.

Een honkbalwedstrijd op de Elysian Fields in de 19e eeuw. (Harper’s Weekly, 1859)

ALEXANDER CARTWRIGHT & KNICKERBOCKER RULES

Deze Cartwright wordt in 1936 gekroond tot de ware vader van de sport en belandt zelfs al in 1938 in de Hall of Fame. Op zijn plaque in Cooperstown valt te lezen: “Father of Modern Base Ball. Set bases 90 feet apart. Established 9 innings as a game and 9 players as a team. Organized the Knickerbocker Base Ball Club of N.Y. in 1845. Carried baseball to Pacific Coast and Hawaii in pioneer days.”
Waaraan heeft Cartwright deze eer te danken? Hij wordt gezien als de opsteller van het eerste Rule Book, de Knickerbocker Rules. De Knickerbocker Base Ball Club speelt in de jaren 1840 een vroege variant van het moderne honkbal en zij besluiten in 1845 de officiële clubregels op schrift te stellen. Hierin zou onder andere voor het eerst sprake zijn van een diamantvormig binnenveld, van negen spelers per team en van foutlijnen langs het eerste en derde honk. In deze nieuwe regels zou de speler bovendien niet meer uitgemaakt worden door de bal tegen hem aan te gooien, maar door de bal naar de veldspeler te gooien.

Een scorecard van een van de eerste wedstrijden van de New York Knickerbockers in 1845.

BEVESTIGING VOOR CARTWRIGHTS ROL

In 1866 wordt Cartwright bij naam genoemd door de ervaren sportjournalist Charles Peverelly in diens boek The Book of American Pastimes uit 1866, waarin hij de vier grote sporten in Amerika van die tijd behandelt: baseball, cricket, rowing, and yachting. Het boek bestaat vooral uit een overzicht van Amerikaanse sportclubs met hun bestaansgeschiedenis en een van de beschreven clubs zijn de Knickerbocker Base Ball Club of New York, die aangehaald worden als de oudste honkbalclub. Over hun oprichting schrijft Peverelly:
“In the spring of 1845, Mr. Alex J. Cartwright, who had become an enthusiast in the game, one day upon the field proposed a regular organization, promising to obtain several recruits. His proposal was acceded to, and Messrs. W. R. Wheaton, Cartwright, D. F. Curry, E.R. Dupignac, Jr., and W. H. Tucker, formed themselves into a board of recruiting officers, and soon obtained names enough to make a respectable show.”
Cartwright zelf was overigens al enige tijd dood toen hij tot ‘father of baseball’ werd gebombardeerd. Het was Cartwrights kleinzoon Bruce Jr. die de aandacht op zijn opa vestigde. Hij legde geschriften voor waarin zijn grootvader uitvoerig sprak over het honkbal uit zijn jongere jaren en zijn rol in het ontstaan van de sport. Het ging hierbij echter niet om originelen, want die waren verloren gegaan, maar om handgeschreven kopieën.

DE EERSTE HONKBALWEDSTRIJD

De eerste wedstrijd van de nieuwe sport zou zijn gespeeld op 19 juni 1846. Hierin ontvingen de grondleggers, de Knickerbockers, de New York Base Ball Club. Het werd een zeer eenzijdige affaire, met een eindstand van 1-23. Voor de bezoekende ploeg dus. Het feit dat een tegenstander gevonden werd, die zelfs al hun eigen club hadden en bedreven genoeg waren om met ruime cijfers van te verliezen, lijkt een eerste aanwijzing te zijn dat de lezing dat de Knickerbockers een geheel eigen uitvinding hadden gedaan, misschien niet helemaal waar was.

Een foto uit de 19e eeuw van de Gotham Base Ball Club.De ironie van de uitslag van deze eerste wedstrijd werd al in 1889 geconstateerd door een journalist van de New York Mercury, maar toch werd de mythe rond Alexander Cartwright, die overigens niet eens speelde tijdens die eerste wedstrijd – hij was eerder al, ten tijde van de Gold Rush, naar de westkust vertrokken – , in eerste instantie vrij klakkeloos aangenomen. Dat men blij was om een alternatief voor de Doubleday Myth te hebben zal daarin een rol hebben gespeeld.

WILLIAM RUFUS WHEATON

W.R. Wheaton, een van de Knickerbockers van het eerste uur vertelde in 1888 openhartig over het ontstaan van die eerste honkbalclubs. Jonge New Yorkers konden in de jaren dertig van de 19e eeuw hun energie niet kwijt in het, in hun ogen, saaie en slome cricket. Daarin hadden alleen de bowler en de batsman iets te doen en de rest stond er maar een beetje bij. Hij verwijst naar Three-cornered cat als de inspiratie voor hun nieuwe spel. Daarbij was het alleen te gevaarlijk om de honkloper uit te maken door de bal tegen hem aan te gooien. Dat kon bij kinderen misschien nog wel, maar volwassen mannen gooiden daar te hard voor.
Wheaton en zijn vrienden richtten in 1837 de Gotham Base Ball Club op. Na een tijdje zagen ze zich genoodzaakt om de regels vast te leggen. Die taak kwam onder anderen bij Wheaton te liggen. Het aangooien van honklopers is de eerste regel die ze aanpasten. Ze introduceerden de huidige manier van uitmaken van honklopers. Het nieuwe spel werd echter zo populair dat de Gotham Club uit haar voegen groeide en Wheaton en zijn vrienden besloten een nieuwe club, de Knickerbockers, op te richten.

Doc Adams (zittend, tweede van links) als lid van de New York Knickerbocker Base Ball Club (National Baseball Hall of Fame Library)

DOC ADAMS

Maar toch verschilden de Knickerbocker Rules nog sterk van de regels zoals we die nu kennen. Daniel Lucius Adams, een arts die van zijn vrienden de bijnaam “Doc” had gekregen, gaf in 1857 de sport nog meer de vorm die zij nu heeft. Hij plaatste de honken negentig voet uit elkaar en zette de pitcher op de helft van die afstand van de thuisplaat, 45 voet dus. Bovendien maakte hij zich er hard voor om de slagman alleen bij een directe vangbal uit te laten gaan. Destijds werd de slagman zelfs na één stuit nog ‘uitgevangen’. Het is ook Doc Adams aan wie de korte stop te danken hebben. Hij bedacht de positie om te fungeren als doorgeefluik voor aangooien uit het buitenveld. De eerste korte stops waren dus geen infielders, maar bevonden zich tussen het in- en outfield. Daar komt dus ook de naam vandaan: een soort tussenstop.

JOHN THORN

Onlangs ontdekte de officiële MLB-historicus John Thorn dat er in een officieel decreet uit 1791 al sprake was van een verbod op honkballen rond de nieuw gebouwde kerk in Pittsfield, Massachussetts. Baseball werd specifiek genoemd als een van de bezigheden die strikt verboden was binnen een cirkel van een kleine honderd meter om de kerk. Deze vermelding zou dus van ver voor de ‘uitvinding’ door Doubleday of de Knickerbockers stammen.

GEEN ‘FATHERS OF BASEBALL’

Maar als het niet Doubleday is die in 1839 in Cooperstown het honkbal bedacht heeft en ook niet Cartwright in 1846, hoe is dan het door ons zo geliefde honkbalspel ontstaan? Daarvoor verwijst John Thorn ons terug naar Henry Chadwick. Die zei namelijk al in 1904 dat er volgens hem geen ‘fathers of baseball’ bestonden. Het was een sport die door de jaren heen langzaam gegroeid was tot wat het nu is geworden.

(Coverfoto: Currier and Ives)

 

Sander Grasman
Sander Grasman
Recreatief sporthistoricus en vice-voorzitter van de Nederlandse Fred McGriff-fanclub.

3 REACTIES

  1. Hoi Sander en Jasper,
    Superleuk dat jullie middels de nieuwe podcastserie in de geschiedenis duiken. Succes met jullie research. Verheug me nu al op de volgende afleveringen!
    Peter Jongeneel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Gerelateerde artikelen